zondag 23 december 2012

Week 52 - Gods tederheid

En verder hadden wij onze aardse vaders als opvoeders, en wij hadden ontzag voor hen. Zullen wij ons dan niet veel meer onderwerpen aan de Vader van de geesten, en leven?
Want zij hebben ons wel voor een korte tijd naar het hun goeddacht bestraft, maar Hij doet dat tot ons nut, opdat wij deel krijgen aan Zijn heiligheid.
HSV

Bovendien hadden we ook aan onze lijfelijke vaders harde opvoeders, maar we hadden ontzag voor hen; moeten we ons dan niet des te meer onderwerpen aan de Vader van de hemelse geesten, die ons laat leven?
Zij hebben ons hard opgevoed voor dit korte leven, volgens hun eigen ideeën; maar Hij voedt ons op voor ons bestwil, om ons te laten delen in zijn heiligheid.
WB

Hebreeën 12:9,10

Met dit stukje komen we met Week 52 aan het einde van het jaar 2012, maar nog niet het einde van het kalendertje.
Toen ik de titel las die erboven staat, had ik zoiets van: o, fijn, het gaat over Gods tederheid.
Ik kon me daar niet à la minuut echt een voorstelling bij maken, maar ik vond het spannend om daar eens naar te gaan kijken en me in te verdiepen.
Echter, toen ik verder las, bleek het te gaan over tuchtigen, en de bijhorende tekst over opvoeden en straf.
Zucht …
Eigenlijk helemaal niet leuk om hier het jaar mee af te sluiten, dacht ik.
Want laten we eerlijk zijn, we zijn niet zo dol op ons onderwerpen aan gezag en gestraft/getuchtigd/vermaant te worden als we niet gehoorzaam zijn.
En er is er één die vanaf het begin van de schepping er op uit is om de mens over te halen om tegen Gods gezag in te gaan.
Adam en Eva gingen de fout in, en wij doen het vandaag de dag niets beter.

Van kleins af aan zie je het verzet van de mens tegen gezag en autoriteit, tegen gehoorzaamheid, tegen luisteren naar.
Ouders zeggen ‘nee’, en de kleine ukkepuk, van nog geen twee lengtes oud, zegt ‘Ja’, en als de ouders ‘ja’ zeggen, zegt de kleine ‘nee’.
Maar ouders zullen toch moeten vasthouden aan hun ja of hun nee, aan hun regels; het kind moet leren wat gehoorzaamheid is en soms betekent dit dan ook dat kinderen gestraft worden of terechtgewezen.
Dit alles hoort bij het opvoeden van het kind.
Het kind hoort ontzag en respect te hebben voor de ouders, en naast ouders voor andere mensen.
Ik zeg heel bewust hoort, want helaas is dit niet altijd zo.
We zien steeds meer om ons heen dat respect en ontzag voor onze medemens, en dan heb ik het nog niet eens over enige vorm van gezag of autoriteit, wegebt.
Kleine kinderen worden vermoord, oude vrouwen verkracht en oude mannen in elkaar geslagen.
Hulpverleners belaagd en in het nauw gedreven, andermans bezittingen beschadigd of vernield.
Enz., enz.
En heb het lef eens om er iets van te zeggen, of om iemand daar op aan te spreken, je bent je leven deze dagen daarin niet meer zeker.
Gebrek aan, of moet ik zeggen het langzaamaan verdwijnen van, respect en ontzag, gehoorzaamheid, luisteren naar, is het grootste probleem wat hieraan ten grondslag ligt.
De ‘ik-gerichtheid’ van de mens, het ‘alles moet kunnen’, het ‘recht hebben op’, het ‘zelfbeschikkingsrecht’ van de mens waar hij ‘recht’ op heeft, doet onze maatschappij de das om en met de maatschappij vernietigd het zichzelf.
En er is er één die lacht …

Opvoeden betekent zorgen voor en normen en waarden bijbrengen.
Dat betekent ook consequenties verbinden aan, als men niet gehoorzaam is.
Dit geldt zowel in onze opvoeding naar onze kinderen, maar ook in onze ‘opvoeding’ als het gaat om de wet die voor ons land, of ander land als we daar zijn, geldt, als ook in onze ‘kerkelijke’ gemeenten.

Zoals onze ouders, en wijzelf als wij ouders zijn, onze kinderen terechtwijzen en/of straffen, zo doet God dit ook.
En zoals wij, als kinderen, gehoorzaam waren (dienden te zijn) aan onze ouders, en onze kinderen aan ons, zo moeten wij allen ook gehoorzaam, wat zeg ik, juist nog meer gehoorzaam zijn, aan God, die onze hemelse Vader is.
Dat zegt Gods woord ons ook in de verzen hierboven.
‘Zullen wij ons dan niet veel méér onderwerpen – gehoorzaam zijn – aan de Vader van alle geesten en het leven.’
Als we al gehoorzaam dienen te zijn aan onze ouders, aan de overheid, onze werkgevers etc., hoeveel te meer zullen we dan eigenlijk niet gehoorzaam dienen te zijn aan onze hemelse Vader van wie wij het leven hebben ontvangen en Die heerst over alles wat leeft; het zichtbare en het onzichtbare!

De fout die wij als mens echter regelmatig maken, is dat onze terechtwijzingen, onze straffen en tuchtigingen (als ik zo even deze woorden mag gebruiken, want, ook al zijn ze ouderwets en niet geliefd, ze zijn heel Bijbels) vaak niet in liefde gebeuren.
Wij mensen reageren vaak vanuit onze emoties, vanuit onze boosheid, in plaats vanuit liefde omdat je het beste voor de ander op het oog hebt.

Ik weet niet hoe het met jou is, maar ik weet van mezelf, dat ik mijn kinderen meer dan eens gestraft heb puur vanuit mijn boosheid, frustraties en onmacht.
Dat er vanuit liefde totaal geen sprake was op sommige momenten.
Natuurlijk kun je dat allemaal op de één of andere manier goed praten en er een mooie draai aan gegeven, maar als ik gewoon heel eerlijk ben, dan was liefde op zo’n moment niet mijn drijfveer, maar werd ik simpelweg gedreven door mijn emoties van boosheid, onmacht en frustraties.
(ik hoop dat er meer zijn en ik niet de enige ben)
Op die momenten had ik echt niet het beste met mijn kind(eren) voor ogen.
(zelfs voor in de maatschappij kun je dit principe doortrekken, denk ik)

Bij God is dit echter volledig anders.
God verliest nooit ons welzijn uit het oog, nooit!
Vanaf het moment dat wij tot geloof komen en Zijn kinderen worden, gaat Hij ons opvoeden, Zijn oog volledig gericht houdend op wat voor ons het beste is.
Daar wijkt Hij geen fractie vanaf.
God laat Zich nooit en te nimmer leiden door Zijn emoties.
Zelfs als de Bijbel spreekt over Gods toorn, dan ligt in die toorn Zijn rechtvaardige liefde ten grondslag.
Gods boosheid, Gods toorn, betreft de zonde(n) van de mens, maar de mens heeft Hij lief.
God wil dat de mens zich afkeert van de zonde en Hij gebruikt daarvoor dat wat Hij nodig acht, maar verliest daarin nooit Zijn liefde voor ons.
Onze ouders, en wij als ouders, voeden onze kinderen op naar ons beste kunnen, naar zoals wij denken dat het goed is, maar Hij voedt ons op, om ons het beste te geven, namelijk deel aan Hemzelf, deel aan Zijn heiligheid.

Waar blijft dan de titel zeg je misschien in dit alles; Gods tederheid.
Tederheid betekent zachtheid, zachte liefde; met andere woorden, waar blijft dan dus in dit alles Gods zachtheid, Gods zachte liefde.
Waarin klinkt dan Gods tederheid door?

‘Want de Heere bestraft wie Hij liefheeft, en Hij geselt iedere zoon die Hij aanneemt.
Als u bestraffing verdraagt, behandelt God u als kinderen.
Want welk kind is er dat niet door zijn vader bestraft wordt?
Maar als u zonder bestraffing bent, waar allen deel aan hebben gekregen, bent u bastaarden en geen kinderen.’
(Hebr. 12:6-8)

Ik besef heel goed, dat in ons menselijk denken er geen tederheid ligt in ‘straf’ en ‘geselt’, maar in Gods zienswijze en handelen is dat geheel anders.
God is liefde en alles wat Hij doet of toelaat in ons leven is gebaseerd op de liefde die Hij voor ons heeft.
En dat onderscheidt moeten wij leren zien, leren maken.
Als we dat gaan doen, dan zullen we meer en meer deel krijgen aan Zijn heiligheid, groeien in geloof, vrucht dragen, meer en meer op Hem gaan lijken.

Vers 11 van hetzelfde hoofdstuk zegt: ‘Niemand vindt straf prettig; op het moment van de straf zelf is er verdriet. Maar wie zich erdoor hebben laten vormen, plukken er later de vruchten van, de vrede die voortkomt uit een rechtvaardig leven.’

En dat is wat God, in Zijn grote wijsheid en liefde voor ons op het oog heeft.
Lees het hoofdstuk ervoor maar eens over de geloofsgetuigen waarop vers 1 uit dit hoofdstuk op duidt en ziet welk een zegen er voortkomt uit gehoorzaam zijn aan God.
En zo wilt God ons ook zegenen.

Laten we daarom dan ook niet bang zijn of ontmoedigt raken, als God ons leven schudt.
Gods tederheid, Zijn zachte liefde, ligt in alles.




Lieve vader in de hemel.
Wat een geweldig woord om mee te mogen nemen naar het volgende jaar.
Een aansporing en een bemoediging, beiden gericht op ons welzijn, op een betere, hechtere relatie met U.
Lieve Vader, open onze ogen opdat we vanaf nu meer en meer gericht zullen zijn op Uw tederheid in alles wat er in ons leven gebeurt.
Open onze ogen opdat we ook in tegenspoed, in moeilijkheden of problemen, of wat dan ook, Uw tederheid, Uw zachte liefde zullen zien, die ons vertelt dat alles wat er in ons leven plaatsvindt, uiteindelijk erop is gericht om ons meer deel te geven aan Uw heiligheid.
Leer ons, Vader, om gehoorzaam te zijn.
Uw Zoon, onze Here Jezus Christus, leerde gehoorzaamheid door lijden heen, zegt Uw woord, Vader, zo wil ook ik gehoorzaamheid leren, ook door lijden heen.
Want deel hebben aan Zijn lijden, betekent ook deel hebben aan Zijn heerlijkheid en daar zie ik naar uit met heel mijn hart.
Dank U wel, Lieve Vader, dat ik, dat wij, het nieuwe jaar in mogen gaan met Uw woord van Liefde voor ons en een aansporing vanuit die Liefde, om U gehoorzaam te zijn.
Dank U, Vader, en leer ons.

In Jezus’ naam.

- Amen –




In alles wat Ik doe
is Mijn liefde zichtbaar
voor een ieder
die het wilt zien.
Altijd heb Ik
jouw welzijn voor ogen
al zie jij het vaak pas
nadien.

Geloof en vertrouw
op Mijn Liefde voor jou.
Je zult nooit
beschaamd uitkomen,
maar ontdekken
hoeveel Ik van je hou.

©Rita Klapwijk

Geen opmerkingen:

Een reactie posten