U verbergt hen in het verborgene van Uw aangezicht
voor het hoogmoedig gedrag van de man;
U doet hen schuilen in een hut
voor het getwist van tongen.
Psalm 31:21
Soms lijkt het wel alsof de satan ongestoord zijn gang kan gaan; dat er niets of niemand is die hem tegenhoudt, terugroept of hem aan banden legt.
Hij is de overste van deze wereld (Johannes12:31), de god van deze eeuw (2 Korinthe 4:4) en hij gaat rond als een briesende leeuw op zoek naar wie hij kan verslinden (1 Petrus 5:8)
Het is zijn doel om zoveel mogelijk mensen nog te verleiden tot het kwaad en hij vindt het heerlijk om het de mens daarin zo moeilijk mogelijk te maken.
Zijn macht is groot, heel groot, we moeten hem niet onderschatten.
Aan de andere kant moeten we hem echter ook niet overschatten en hem meer macht moeten toekennen dan hij werkelijk heeft.
Satan kan niets meer doen dan dat God hem toestaat om te doen.
Het is dus heel belangrijk dat we onze vijand kennen.
Maar naast het kennen van onze vijand is het nog belangrijker om Hem te kennen die alles in Zijn hand heeft en aan wie alles en iedereen, dus ook de satan, is onderworpen.
God is de Almachtige. (Genesis 17:1, 35:11a, Jesaja 46:9-10 etc.)
Alles, zowel in de hemel als op de aarde, behoort Hem toe.
Als Beth Moore spreekt over wat voor een geweldige de opluchting het is om te weten dat we nooit hoeven te strijden tegen iets wat buiten Gods jurisdictie valt, dan is dat omdat alles, alles wat in de hemel is en op, onder, boven de aarde, het hele universum, onder Zijn jurisdictie valt, onder Zijn macht, Zijn soevereiniteit, Zijn rechtspraak.
God staat boven alles!
Hij is boven alles verheven!
Alles is aan Hem onderworpen!
Dit betekent ook dat er niets is, geen enkele strijd of gevecht, die Hij niet zou kunnen winnen.
Waar Zijn tegenstanders zich ook bevinden, het maakt niet uit, want alles is van Hem, is Zijn terrein en is daarmee aan Hem onderworpen.
Wat een geweldige opluchting ligt daar inderdaad in voor ons.
Waar we ook doorheen gaan, wat er ook in ons leven gebeurt, welke strijd wij ook hebben te strijden: God staat aan het hoofd en heeft alles in Zijn hand.
Hij strijdt met en voor ons.
Ja, en nog meer, Hij beschermt ons.
Bij Hem mogen we schuilen.
Hij verbergt ons zelfs.
Toen er een opdracht uit gegeven was om Jeremia en Baruch gevangen te nemen, zorgde God ervoor dat ze niet werden ontdekt. (Jeremia 36:26)
Hij verbergt ons in het verborgene van Zijn aangezicht.
Hij doet ons schuilen in een hut …
Wat er ook gaande is in ons leven, hoe bedreigend het ook is, op wat voor manier dan ook, als we naar Hem toegaan zal Hij ons troosten, bemoedigen, kracht geven.
Als we bij Hem schuilen, dan schuilen we bij Degene die over alles heerst, dus ook over de situaties waarin we verkeren, over de dingen die gebeuren.
Als we naar Hem toegaan, zullen we door Hem worden beschermd.
Onze God is de Almachtige, de Schepper van hemel en aarde.
Met Hem aan onze zij, hoeven we nooit bang te zijn, want Hij zorgt voor ons.
Iedere dag opnieuw.
Bij Hem zijn we veilig.
Lieve Vader in de hemel,
vergeef mij dat ik mij soms zo laat verblinden door de omstandigheden of de dingen die gebeuren, dat ik niet goed meer zie hoe U er bij bent en klaarstaat om voor mij te zorgen, te strijden, mij te beschermen, mij te verbergen.
Ik weet het allemaal wel, Heer, dat is misschien nog wel het ergste.
Ik weet dat ik omhoog zou moeten blijven kijken naar U, naar wie U bent, naar wat U doet, naar wat U zegt, naar wat U belooft.
En toch gebeurt het dat ik me te neer laat drukken door alles en vergeet hoe volkomen Uw bescherming is.
Ik kan U alleen maar bidden, Vader, dat U het mij leert door de kracht van Uw Heilige Geest, om te leven vanuit die volkomen bescherming die ik heb bij U.
Wat zal er dan een ruimte komen in mijn denken, in mijn voelen, in mijn handel en in mijn wandel.
Oh ja, Vader, leer mij van daaruit te leven.
Dank U wel, dat ik volkomen beschermd ben door U.
U bent de Allerhoogste!
Geprezen zij Uw grote Naam!
- Amen -
Zijn huis is mijn toevluchtsoord;
in het verborgene van Zijn aangezicht
verbergt Hij mij.
Zijn aanwezigheid
is de beschermende muur
om mij heen.
Bescherming,
volkomen bescherming,
ik vind het nergens anders
dan bij Hem alleen.
Ik kijk om mij heen
en zie hoe ik aan alle kanten
word belaagd.
Scherpe woorden striemen,
moeilijkheden beuken,
als een storm
wordt alles opgejaagd.
Ik kijk om mij heen
en vraag mij af
hoe ik kan blijven staan.
Het is te veel,
ik ben te zwak,
vertwijf’ling slaat toe,
ik kan dit allemaal niet aan.
En terwijl ik om mij heen kijk,
hoor ik een stem,
die zachtjes tot mij spreekt:
‘Kijk omhoog,
vertrouw op Mij;
zie hoe in Mijn licht
alles verbleekt.’
Ik richt mijn blik omhoog,
weg van alle moeiten,
weg van alle zorgen.
Mijn ogen gaan open
en ik besef: Hij is mijn schuilplaats;
bij Hem ben ik veilig
en geborgen.
Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita
zondag 29 januari 2012
zondag 22 januari 2012
Week 4 - Aanvaarding
Ga uw weg, eet uw brood met blijdschap, drink uw wijn met een vrolijk hart, want God schept al behagen in uw werken.
Prediker 9:7
Het volgende citaat van Beth Moore gaat over ‘Aanvaarding’.
Voor hen die deze kalender niet hebben, onder ieder stukje staat een tekst staat met daarvoor: ‘Laat je inspireren door’.
Nu dus ‘aanvaarding’ en ‘Ga uw weg, eet uw brood met blijdschap, drink uw wijn met een vrolijk hart, want God schept al behagen in uw werken.’
Als kind van Hem zijn we volledig door Hem aanvaard, door Hem geaccepteerd precies zoals we zijn.
En zoals ik in het vorige stukje al schreef ik, is er ook niets wat we kunnen doen waardoor Hij meer van ons zal gaan houden, maar er is ook niets wat wij kunnen doen waardoor Hij minder van ons zal houden.
Als we Jezus hebben leren kennen en Hem aangenomen hebben als onze Verlosser, dan zal er gewoon niets zijn waardoor Hij ons verwerpt.
De enige die scheiding kan brengen tussen Hem en ons, zijn wijzelf.
De Here Jezus is niet onderhevig aan allerlei wisselende stemmingen of emoties waardoor Hij ons van Zich af zou duwen.
Als we Hem kwetsen, pijn of verdriet doen, horen we Hem niet zeggen: ‘Ga nu maar weg en je hoeft nooit meer terug te komen.’
Als wij boos of teleurgesteld bij Hem vandaan lopen, blijft Hij op ons wachten tot we terugkomen.
Hij houdt van ons.
Hij vindt ons de moeite waard om van te houden, maar ook om dat te blijven doen.
Aanvaard zijn door Jezus is volledig geaccepteerd zijn door Hem.
Onbetwist, overduidelijk, vaststaand.
We zijn aangenomen, ingeburgerd.
Aangenomen als Zijn kind. (Johannes 1:12, Efeze 1:5)
Ingeburgerd in Zijn koninkrijk. (Filippenzen 3:20,21, Kolossenzen 1:13)
Het is God, die ons samen met u als deelgenoten van Christus, Zijn Gezalfde, bevestigt. Hij heeft ons gezalfd, Zijn eigendomsmerk op ons gezet en bij wijze van voorschot de Geest in ons hart gelegd.
2 Korinthe 1:21,22
Als we zo al deze dingen de revue laten passeren en zien dat het aanvaard zijn door Jezus van Hem uit voor altijd is, dan kunnen we eigenlijk niets anders doen dan onze weg met blijdschap gaan.
Dan kunnen we eigenlijk niets anders doen dan: onze weg gaan, ons brood eten met blijdschap, onze wijn drinken met een vrolijk hart, in de wetenschap dat God behagen schept in onze werken.
De Willibrordvertaling zegt het zo: Eet daarom je brood met plezier en drink je wijn met een opgewekt hart. Dat heeft bij voorbaat Gods zegen.
Eigenlijk, al met al, hebben wij, Kinderen van God, alle reden om blij en vrolijk te zijn en met vreugde te leven.
Want Hij heeft ons aanvaard voor altijd en eeuwig.
Niets kan ons uit Zijn hand roven.
Misschien moeten we daar toch maar eens wat vaker stil bij staan en vanuit gaan leven.
Lieve Heer Jezus, eigenlijk kan ik U alleen maar om vergeving vragen omdat ik zo weinig leef vanuit deze vreugde en blijdschap.
Vaak laat ik mijn vreugde en blijdschap roven of overstemmen door alles wat er gebeurd en vergeet daardoor te zien op wie ik ben in U en de rijkdom van het aanvaard zijn door U.
Maar dank U wel, dat er bij U vergeving is, steeds opnieuw.
Dank U wel, dat ik fouten mag maken en mag leren en dat U mij daar de tijd en ruimte in geeft.
Dank U wel, voor Uw woord waardoor ik herinnerd word aan wie ik ben in U, de rijkdom en uitwerking daarvan.
Boven alles wil ik U bedanken, Heer Jezus, voor deze aanvaarding.
Zo volledig, zo onvoorwaardelijk, zo diep.
Onbegrijpelijk haast voor ons mensen, maar U zegt het in Uw woord en Uw woord is waarheid en U bent getrouw.
Dank U wel, voor zoveel liefde.
Dank U wel voor het offer dat U bracht waardoor dit allemaal mogelijk is.
Ik prijs Uw Naam tot in alle eeuwigheid.
Halleluja.
- Amen -
Als je Jezus
als Verlosser hebt ontvangen,
ben je door Hem aanvaard.
Je bent volledig geaccepteerd;
Hij vindt jou de moeite waard.
Als je Jezus
als Verlosser hebt ontvangen,
zal niets je van Hem kunnen scheiden.
Zijn liefde voor jou blijft bestaan,
laat je daarin door niets misleiden.
Als je Jezus
als Verlosser hebt ontvangen,
mag je blij en vrolijk je wegen gaan.
God schept vreugde in wat je doet;
Zijn zegen zal rondom je staan.
Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita
Prediker 9:7
Het volgende citaat van Beth Moore gaat over ‘Aanvaarding’.
Voor hen die deze kalender niet hebben, onder ieder stukje staat een tekst staat met daarvoor: ‘Laat je inspireren door’.
Nu dus ‘aanvaarding’ en ‘Ga uw weg, eet uw brood met blijdschap, drink uw wijn met een vrolijk hart, want God schept al behagen in uw werken.’
Als kind van Hem zijn we volledig door Hem aanvaard, door Hem geaccepteerd precies zoals we zijn.
En zoals ik in het vorige stukje al schreef ik, is er ook niets wat we kunnen doen waardoor Hij meer van ons zal gaan houden, maar er is ook niets wat wij kunnen doen waardoor Hij minder van ons zal houden.
Als we Jezus hebben leren kennen en Hem aangenomen hebben als onze Verlosser, dan zal er gewoon niets zijn waardoor Hij ons verwerpt.
De enige die scheiding kan brengen tussen Hem en ons, zijn wijzelf.
De Here Jezus is niet onderhevig aan allerlei wisselende stemmingen of emoties waardoor Hij ons van Zich af zou duwen.
Als we Hem kwetsen, pijn of verdriet doen, horen we Hem niet zeggen: ‘Ga nu maar weg en je hoeft nooit meer terug te komen.’
Als wij boos of teleurgesteld bij Hem vandaan lopen, blijft Hij op ons wachten tot we terugkomen.
Hij houdt van ons.
Hij vindt ons de moeite waard om van te houden, maar ook om dat te blijven doen.
Aanvaard zijn door Jezus is volledig geaccepteerd zijn door Hem.
Onbetwist, overduidelijk, vaststaand.
We zijn aangenomen, ingeburgerd.
Aangenomen als Zijn kind. (Johannes 1:12, Efeze 1:5)
Ingeburgerd in Zijn koninkrijk. (Filippenzen 3:20,21, Kolossenzen 1:13)
Het is God, die ons samen met u als deelgenoten van Christus, Zijn Gezalfde, bevestigt. Hij heeft ons gezalfd, Zijn eigendomsmerk op ons gezet en bij wijze van voorschot de Geest in ons hart gelegd.
2 Korinthe 1:21,22
Als we zo al deze dingen de revue laten passeren en zien dat het aanvaard zijn door Jezus van Hem uit voor altijd is, dan kunnen we eigenlijk niets anders doen dan onze weg met blijdschap gaan.
Dan kunnen we eigenlijk niets anders doen dan: onze weg gaan, ons brood eten met blijdschap, onze wijn drinken met een vrolijk hart, in de wetenschap dat God behagen schept in onze werken.
De Willibrordvertaling zegt het zo: Eet daarom je brood met plezier en drink je wijn met een opgewekt hart. Dat heeft bij voorbaat Gods zegen.
Eigenlijk, al met al, hebben wij, Kinderen van God, alle reden om blij en vrolijk te zijn en met vreugde te leven.
Want Hij heeft ons aanvaard voor altijd en eeuwig.
Niets kan ons uit Zijn hand roven.
Misschien moeten we daar toch maar eens wat vaker stil bij staan en vanuit gaan leven.
Lieve Heer Jezus, eigenlijk kan ik U alleen maar om vergeving vragen omdat ik zo weinig leef vanuit deze vreugde en blijdschap.
Vaak laat ik mijn vreugde en blijdschap roven of overstemmen door alles wat er gebeurd en vergeet daardoor te zien op wie ik ben in U en de rijkdom van het aanvaard zijn door U.
Maar dank U wel, dat er bij U vergeving is, steeds opnieuw.
Dank U wel, dat ik fouten mag maken en mag leren en dat U mij daar de tijd en ruimte in geeft.
Dank U wel, voor Uw woord waardoor ik herinnerd word aan wie ik ben in U, de rijkdom en uitwerking daarvan.
Boven alles wil ik U bedanken, Heer Jezus, voor deze aanvaarding.
Zo volledig, zo onvoorwaardelijk, zo diep.
Onbegrijpelijk haast voor ons mensen, maar U zegt het in Uw woord en Uw woord is waarheid en U bent getrouw.
Dank U wel, voor zoveel liefde.
Dank U wel voor het offer dat U bracht waardoor dit allemaal mogelijk is.
Ik prijs Uw Naam tot in alle eeuwigheid.
Halleluja.
- Amen -
Als je Jezus
als Verlosser hebt ontvangen,
ben je door Hem aanvaard.
Je bent volledig geaccepteerd;
Hij vindt jou de moeite waard.
Als je Jezus
als Verlosser hebt ontvangen,
zal niets je van Hem kunnen scheiden.
Zijn liefde voor jou blijft bestaan,
laat je daarin door niets misleiden.
Als je Jezus
als Verlosser hebt ontvangen,
mag je blij en vrolijk je wegen gaan.
God schept vreugde in wat je doet;
Zijn zegen zal rondom je staan.
Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita
zondag 15 januari 2012
Week 3 - Behoefte aan Liefde
Doe mij in de morgen Uw goedertierenheid horen,
want ik vertrouw op U;
maak mij de weg bekend die ik te gaan heb,
want tot U hef ik mijn ziel op.
HSV
Laat mij in de morgen uw liefde horen,
in u stel ik mijn vertrouwen,
wijs mij de weg die ik gaan moet,
mijn ziel verlangt naar u.
NBV
Psalm 143:8
Deze week gaat het over onze behoefte aan Liefde en dan wel de Liefde met de hoofdletter L.
En dan wordt niet bedoeld onze onderlinge liefde, of de liefde voor je partner, je kind, je vriend of vriendin of … vul maar in.
Nee, deze week spreekt het citaat over onze behoefte aan de Liefde van God.
Vandaar mijn schrijven over Liefde met de hoofdletter L.
In wezen is ieder mens zoekende, zoekende naar iets wat hem/haar voldoening geeft, gelukkig maakt, tevreden, geliefd.
De één zoekt het hierin en de ander weer ergens anders, maar in wezen zijn we allemaal maar op zoek naar één ding: de Liefde van God.
Nu zullen er velen zijn die gelijk op hun achterste benen staan en zeggen:’Nou, dus mooi niet. Ik geloof niet eens in God, hoe zou ik dan kunnen verlangen naar Zijn Liefde? Doe even normaal zeg.’
Tja, velen zijn zich er niet van bewust dat dat eigenlijk hetgeen is waar ze uiteindelijk, soms hun hele leven lang, naar op zoek zijn of zijn geweest.
In ieder mens zit een leegte die alleen gevuld kan worden door zijn Maker, door zijn Schepper.
En of je nu in Hem gelooft of niet, of je Zijn bestaan nu erkent of niet; ieder mens is op zoek naar ‘iets’ wat die leegte kan vullen, maar niemand anders dan God alleen kan van je houden op de manier die je nodig hebt en zo die leegte vullen.
Ouders zijn de belangrijkste personen voor een kind.
En ieder kind hunkert naar de liefde en aandacht van zijn ouders, naar erkenning van hen, naar een complimentje, dat ze trots zijn op je, …
Je hebt het nodig om je goed te kunnen ontwikkelen, zowel emotioneel, lichamelijk als geestelijk.
Eigenlijk kun je wel zeggen dat ieder mens dat nodig heeft, want ook later als mensen ouder worden zie je nog steeds die behoefte aan goedkeuring, aan erkenning, aan aandacht en liefde.
Bij kleine kinderen kun je het goed zien aan de manier van aandacht vragen, als ze het niet op een positieve manier krijgen, dan vragen ze er wel om via een negatieve manier.
In wezen is het ook zo met ons en God.
God heeft ons geschapen, dus onze oorsprong is in Hem.
En hoewel onze ouders onze behoefte aan liefde en aandacht zoveel mogelijk kunnen vervullen, ten diepste blijft onze hunkering naar de Liefde van God, want in Hem ligt ons oorspronkelijke ontstaan en bestaan.
En pas als we Hem leren kennen door het offer van de Here Jezus als onze Vader, zal onze diepste behoefte, onze diepste hunkering, onze diepste leegte gevuld worden.
Zijn liefde is te allen tijd onvoorwaardelijk.
Alleen Hij, die ons gemaakt heeft, weet wat wij ten diepste nodig hebben en alleen Hij kan daarom ons die Liefde geven waar wij behoefte aan hebben.
Niets en niemand anders kan die leegte vullen.
En daarom weerklinkt Davids stem in de vroege morgen naar God, zijn Vader, toe:
Laat mij Uw stem weer horen, Uw liefde voelen, elke morgen opnieuw!
Op U vertrouw ik.
Wijs mij de weg die ik moet gaan;
mijn ziel verlangt naar U!
David weet waar zijn oorsprong is.
David weet, dat er een gapende leegte is zonder God.
David weet dat hij zonder God niets kan en hij schreeuwt het uit naar God.
Hem heeft hij nodig, iedere dag opnieuw; zonder God is zijn leven zinloos en doelloos.
Lieve Vader in de hemel, ik dank U voor Uw liefde voor mij.
Ik dank U, dat U precies weet wat ik nodig heb.
Ik dank U, omdat Uw liefde onvoorwaardelijk is.
Wat ik ook gedaan heb, wat ik ook doe, Uw liefde voor mij verflauwt nooit.
Er is niets wat ik kan doen waardoor U meer van mij zal gaan houden, maar er is ook niets wat ik kan doen waardoor U minder van mij zal houden.
Wat een liefde, wat een rijkdom.
Vader, ik bid U zo voor hen die nog zoekende zijn, zoekende naar iets om de leegte in hun leven op te vullen.
Ik bid U, Vader, dat zij U zullen gaan zoeken, zodat die leegte gevuld kan worden.
Want U zegt in Uw woord, dat wie zoekt vindt, dus als zij U zoeken , zullen zij U vinden.
U alleen, Vader, kan het diepste verlangen wat in ons zit vervullen en ik bid dat ogen en harten open zullen gaan en dat zij die U niet kennen, dat mogen gaan zien en zo ook Uw Liefde zullen gaan ervaren.
Dat ook zij mogen gaan ontdekken, dat hun diepste behoefte aan Liefde alleen gevuld kan worden door U.
Maak zo harten zacht, Vader, opdat ze ontvankelijk worden voor de waarheid.
In Jezus' Naam,
- Amen -
O Heer, mijn God,
U, ja, U alleen,
bent alles wat ik nodig heb,
U alleen
vult mijn diepst verlangen.
Uw Liefde voor mij
vult mijn mond
met lofgezangen.
O Heer, mijn God,
naar U,
ja, naar U verlangt mijn ziel.
Uw stem wil ik horen,
Uw stem wil ik verstaan.
Uw wil verlang ik te doen;
Uw wegen
wil ik gaan.
O Heer, mijn God,
laat mij,
ja, laat mij toch iedere morgen
Uw stem horen
en Uw Liefde ervaren.
In Uw Liefde ben ik geborgen
en Uw hand
zal mij bewaren.
- Amen -
Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita
want ik vertrouw op U;
maak mij de weg bekend die ik te gaan heb,
want tot U hef ik mijn ziel op.
HSV
Laat mij in de morgen uw liefde horen,
in u stel ik mijn vertrouwen,
wijs mij de weg die ik gaan moet,
mijn ziel verlangt naar u.
NBV
Psalm 143:8
Deze week gaat het over onze behoefte aan Liefde en dan wel de Liefde met de hoofdletter L.
En dan wordt niet bedoeld onze onderlinge liefde, of de liefde voor je partner, je kind, je vriend of vriendin of … vul maar in.
Nee, deze week spreekt het citaat over onze behoefte aan de Liefde van God.
Vandaar mijn schrijven over Liefde met de hoofdletter L.
In wezen is ieder mens zoekende, zoekende naar iets wat hem/haar voldoening geeft, gelukkig maakt, tevreden, geliefd.
De één zoekt het hierin en de ander weer ergens anders, maar in wezen zijn we allemaal maar op zoek naar één ding: de Liefde van God.
Nu zullen er velen zijn die gelijk op hun achterste benen staan en zeggen:’Nou, dus mooi niet. Ik geloof niet eens in God, hoe zou ik dan kunnen verlangen naar Zijn Liefde? Doe even normaal zeg.’
Tja, velen zijn zich er niet van bewust dat dat eigenlijk hetgeen is waar ze uiteindelijk, soms hun hele leven lang, naar op zoek zijn of zijn geweest.
In ieder mens zit een leegte die alleen gevuld kan worden door zijn Maker, door zijn Schepper.
En of je nu in Hem gelooft of niet, of je Zijn bestaan nu erkent of niet; ieder mens is op zoek naar ‘iets’ wat die leegte kan vullen, maar niemand anders dan God alleen kan van je houden op de manier die je nodig hebt en zo die leegte vullen.
Ouders zijn de belangrijkste personen voor een kind.
En ieder kind hunkert naar de liefde en aandacht van zijn ouders, naar erkenning van hen, naar een complimentje, dat ze trots zijn op je, …
Je hebt het nodig om je goed te kunnen ontwikkelen, zowel emotioneel, lichamelijk als geestelijk.
Eigenlijk kun je wel zeggen dat ieder mens dat nodig heeft, want ook later als mensen ouder worden zie je nog steeds die behoefte aan goedkeuring, aan erkenning, aan aandacht en liefde.
Bij kleine kinderen kun je het goed zien aan de manier van aandacht vragen, als ze het niet op een positieve manier krijgen, dan vragen ze er wel om via een negatieve manier.
In wezen is het ook zo met ons en God.
God heeft ons geschapen, dus onze oorsprong is in Hem.
En hoewel onze ouders onze behoefte aan liefde en aandacht zoveel mogelijk kunnen vervullen, ten diepste blijft onze hunkering naar de Liefde van God, want in Hem ligt ons oorspronkelijke ontstaan en bestaan.
En pas als we Hem leren kennen door het offer van de Here Jezus als onze Vader, zal onze diepste behoefte, onze diepste hunkering, onze diepste leegte gevuld worden.
Zijn liefde is te allen tijd onvoorwaardelijk.
Alleen Hij, die ons gemaakt heeft, weet wat wij ten diepste nodig hebben en alleen Hij kan daarom ons die Liefde geven waar wij behoefte aan hebben.
Niets en niemand anders kan die leegte vullen.
En daarom weerklinkt Davids stem in de vroege morgen naar God, zijn Vader, toe:
Laat mij Uw stem weer horen, Uw liefde voelen, elke morgen opnieuw!
Op U vertrouw ik.
Wijs mij de weg die ik moet gaan;
mijn ziel verlangt naar U!
David weet waar zijn oorsprong is.
David weet, dat er een gapende leegte is zonder God.
David weet dat hij zonder God niets kan en hij schreeuwt het uit naar God.
Hem heeft hij nodig, iedere dag opnieuw; zonder God is zijn leven zinloos en doelloos.
Lieve Vader in de hemel, ik dank U voor Uw liefde voor mij.
Ik dank U, dat U precies weet wat ik nodig heb.
Ik dank U, omdat Uw liefde onvoorwaardelijk is.
Wat ik ook gedaan heb, wat ik ook doe, Uw liefde voor mij verflauwt nooit.
Er is niets wat ik kan doen waardoor U meer van mij zal gaan houden, maar er is ook niets wat ik kan doen waardoor U minder van mij zal houden.
Wat een liefde, wat een rijkdom.
Vader, ik bid U zo voor hen die nog zoekende zijn, zoekende naar iets om de leegte in hun leven op te vullen.
Ik bid U, Vader, dat zij U zullen gaan zoeken, zodat die leegte gevuld kan worden.
Want U zegt in Uw woord, dat wie zoekt vindt, dus als zij U zoeken , zullen zij U vinden.
U alleen, Vader, kan het diepste verlangen wat in ons zit vervullen en ik bid dat ogen en harten open zullen gaan en dat zij die U niet kennen, dat mogen gaan zien en zo ook Uw Liefde zullen gaan ervaren.
Dat ook zij mogen gaan ontdekken, dat hun diepste behoefte aan Liefde alleen gevuld kan worden door U.
Maak zo harten zacht, Vader, opdat ze ontvankelijk worden voor de waarheid.
In Jezus' Naam,
- Amen -
O Heer, mijn God,
U, ja, U alleen,
bent alles wat ik nodig heb,
U alleen
vult mijn diepst verlangen.
Uw Liefde voor mij
vult mijn mond
met lofgezangen.
O Heer, mijn God,
naar U,
ja, naar U verlangt mijn ziel.
Uw stem wil ik horen,
Uw stem wil ik verstaan.
Uw wil verlang ik te doen;
Uw wegen
wil ik gaan.
O Heer, mijn God,
laat mij,
ja, laat mij toch iedere morgen
Uw stem horen
en Uw Liefde ervaren.
In Uw Liefde ben ik geborgen
en Uw hand
zal mij bewaren.
- Amen -
Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita
zondag 8 januari 2012
Week 2 - Nederigheid
'Evenzo, jongeren, wees aan de ouderen onderdanig; en wees allen elkaar onderdanig. Wees met nederigheid bekleed, want God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade.'
1 Petrus 5:5
Petrus geeft ons hier de opdracht om elkaar onderdanig te zijn; bekleed met nederigheid.
Maar, als we heel eerlijk zijn, dan begint het in ons al gauw te steigeren, want ook als christen hoef je toch niet over je te laten lopen; en je mag toch eerlijk voor je eigen mening uitkomen en …
Op de één of andere manier heeft onderdanigheid en nederigheid een negatief beeld.
Alsof je daarmee moet kruipen voor een ander, alsof de ander het over jou voor het zeggen heeft en dat is het laatste wat we eigenlijk willen.
We zijn onze eigen baas, wij beslissen en niet een ander.
Maar als de Bijbel spreekt over onderdanigheid en nederigheid, dan staat dat toch wel in een ander teken.
Het leven van de Here Jezus is voor ons het voorbeeld van een leven in onderdanigheid.
Een onderdanigheid die bekleed was met nederigheid.
Onderdanig; eerbiedig, gehoorzaam, nederig, ootmoedig, onderworpen.
Maar wel aan Zijn Vader in de hemel.
In mijn zoektocht op internet naar de betekenis van onderdanigheid en nederigheid kwam ik ook terecht bij een pagina met Joodse wijsheden en wat ik daar las raakte mij diep en plaatste het hele concept van onderdanigheid en nederigheid in het juiste perspectief.
Hier wordt gezegd: Nederigheid is geen minderwaardigheidscomplex.
Het is het doen van het juiste en niet afhankelijk zijn van de opinies van anderen.
En dat is wat de Here Jezus deed; het enige juiste, namelijk de wil van Zijn Vader in de hemel.
Daar leefde Hij voor.
Vanuit wandelde en handelde Hij.
En als dat betekende als een dienstknecht de voeten te wassen van Zijn discipelen, dan deed Hij dat.
Als dat betekende de vernederende kruisdood te sterven voor anderen, dan deed Hij dat.
Want, het was de wil van de Vader, Die Hij eerde en diende boven alles.
Jezus leefde niet voor Zichzelf; Hij kwam om te dienen en niet om gediend te worden.
Als de Bijbel spreekt over onderdanig zijn aan, dan legt dat tegelijkertijd een enorme verantwoording bij degene aan wie wij onderdanig dienen te zijn.
In Efeze 5: 22-33 spreekt Paulus over het onderdanig zijn van de vrouw aan hun man, maar hij geeft daarbij ook aan wat daarin dan de verantwoordelijkheid van de man is naar zijn vrouw toe.
Vers 25: “Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven.”
Dit woord laat heel duidelijk zien dat onderdanigheid niet betekent overgeleverd zijn aan de grillen van de ander, dat zijn wil wet is, maar uit liefde zich overgeven aan degene die zoveel van je houdt dat hij zelfs bereid is zijn leven te geven voor jou.
Dat betekent dat je jezelf mag koesteren in de liefde van de ander en je daarin ook geborgen weten.
Dat betekent dat de ander voor je zal zorgen, dat de ander het beste met je voor heeft.
Je mag je veilig weten in die positie.
Dat betekent ontspanning, rust en vrede.
Zo had (heeft) Christus Zijn Vader lief, zo heeft Christus ons lief en zo wil Christus dat wij elkaar liefhebben en elkaar onderdanig zijn.
In liefde en het beste met de ander voor hebben.
En dan komt ons eigen ik toch al heel gauw in het nauw.
Want, wat blijft er dan over van wat ik wil, van mijn eigen persoon, van wie ik ben?
Dan komen we uit op de vraag: ‘Wie zit er op de troon van ons leven?’
Wijzelf of God?
Voor wie leven wij, voor onszelf of voor Hem?
Van wie verwachten wij alles, van onszelf of van Hem?
Als wij ons leven, ons hart, aan Hem hebben gegeven dan hebben we eigenlijk gezegd: ‘Heer, ik kan het niet, ik heb U nodig; doet U het maar.’
We erkennen dat wij het niet kunnen en dat we Hem nodig hebben.
Maar tegelijkertijd is het leven in afhankelijkheid aan Hem, hoe graag we het ook willen, en hoezeer we ook beseffen dat we het zelf niet kunnen, heel moeilijk.
Wat zit ons eigen ik ons toch altijd weer in de weg.
Vaak nog veel meer dan we zelf denken.
Hoe vaak gebeurt het in ons leven niet dat we maar voort tobben en ploeteren en zelf dingen proberen op te lossen voordat we eindelijk naar onze hemelse Vader gaan, ons hoofd buigen en erkennen: ‘Vader, ik kan het niet, doet U het maar.’
Jezus deed niets zonder Zijn Vader en wij proberen het vaak iedere keer maar weer zelf tot dat we soms bijna niet meer verder kunnen.
En eer we soms bij de Vader aankomen zijn we moe en uitgeput van het als maar zelf proberen.
Is dat geen trots?
Is dat geen hoogmoed?
Ja, dat is trots; ja, dat is hoogmoed, want in plaats van dat we het aan God overlaten, nemen we Zijn plaats in en denken het beter te weten, beter te kunnen, dan Hem.
Trots en hoogmoed is overschatting van eigen kunnen! (online encyclopedie)
Het is de naam van een emotie die gekenmerkt wordt door een sterk gevoel van zelfrespect en waarbij geen plaats is voor vernedering; aldus Wikipedia.
Andere woorden voor hoogmoed/trots zijn o.a. verwaandheid, zelfoverschatting, opgeblazenheid, maar ook woorden als eigenwaan, arrogantie en zelfingenomenheid horen erbij.
Tja, dit zijn niet bepaald dingen die we over ons zelf willen zeggen, bij onszelf willen zien.
Ik denk dat niet veel van ons zullen zeggen/erkennen dat we trots of hoogmoedig zijn.
Misschien zeggen we ook niet zo gauw van onszelf dat we nederig zijn, maar jezelf trots en hoogmoedig noemen, dat doet een mens toch ook niet snel.
Want dan plaats je jezelf toch wel even in een verkeerd daglicht en dat willen we niet.
Toch zijn we vaak veel hoogmoediger dan we van onszelf denken of zelfs van onszelf verwachten.
Kijk maar naar het kleine voorbeeld hierboven.
We leven ook in een tijd waarin alles gericht is op ons eigen ‘Ik’.
Je moet voor jezelf opkomen. (want een ander doet het niet)
Je hebt recht op …
Je moet niet over je laten lopen.
Je moet assertief zijn.
Jij heb recht op je eigen geluk.
Als jij maar gelukkig ben, dan is het goed, want daar heb je recht op.
Je heb recht op je eigen mening en daar mag je voor uitkomen.
Je heb recht om je zegje te doen.
Je heb het recht om …
Alles draait om ons eigen ik en we verliezen daarmee heel vaak de ander uit het oog en walsen zo ook vaak over anderen heen.
Als ik maar …
Toch is het ook heel vermoeiend om zo te leven.
Welk een vrijheid en bevrijding ligt er eigenlijk niet in een leven onderworpen aan God.
Dan hoeven we niet steeds zelf zo nodig ons zelf neer te zetten als … vul maar in.
In Hem zijn we alles!
Dan doet het er toch niet meer toe wat anderen van ons denken of zeggen, we hebben onze identiteit in Hem!
Wij zijn Zijn kinderen; erfgenamen, koningskinderen.
We hoeven onszelf niet te bewijzen.
We zijn vrij in en door Hem!
* Romeinen 12:10; Filippenzen 2:3; Spreuken 3:34; Jakobus 4:6; Efeziërs 5:22-33
Als wij zo leven, onderdanig aan God en aan elkaar in liefde, dan geven wij onze jongeren het goede voorbeeld en kunnen we ook van hen vragen om op hun beurt ons weer onderdanig te zijn.
Want ze zullen weten dat alles wat gevraagd wordt, of gezegd wordt is vanuit liefde en vanuit het beste met hen voor hebben.
Ze zullen zich veilig en geborgen weten.
Welk een verantwoordelijkheid ligt er bij ons als ouders/ouderen!
Lieve Vader in de hemel, ik schrik vaak van mezelf als ik naar mezelf kijk.
Ik belijd U, Vader, dat ik vaak veel hoogmoediger ben, veel trotser, dan ik wil toegeven.
Zowel naar U toe als naar mijn medemens.
Leer mij, Vader, om eerlijk naar mijzelf te kijken.
Open mijn ogen ook voor deze zonden en ongerechtigheden, opdat ik ze aan U kan belijden en vergeving zal ontvangen en ervan zal leren.
Ik weet, ik ben vergeven door het kostbare bloed wat Uw Zoon voor mij heeft vergoten, maar dat neemt niet weg dat ik nog steeds zondig ben en onrein en uw vergeving nodig heb voor de zonden die ik steeds weer doe en die tussen U en mij in komen te staan.
Als ik zing, Heer: ‘Maak mij een beeld van U,’ doe mij dan ook beseffen wat dat werkelijk betekent, namelijk een leven van dienen en niet gediend worden.
Mijn eigen ik opzij zetten voor die van U.
Geen slaafse onderdanigheid, maar een eerbiedige nederigheid vanuit een hart dat U liefheeft boven alles en u wil dienen en eren, in de wetenschap dat ik veilig en geborgen ben in U.
In Jezus' Naam.
- Amen -
Als ik bid:
‘Maak mij zachtmoedig, Heer,
en nederig van hart,’
dan hoef ik niet meer zo nodig
mijn gelijk te hebben,
maar alleen het verlangen te doen,
dat, wat U van mij verwacht.
Als ik bid:
‘Maak mij zachtmoedig, Heer,
en nederig van hart,’
dat doet het er niet meer toe
wat anderen van mij denken,
maar wel dat U goedkeurend
naar mij (glim)lacht.
Als ik bid:
‘Maak mij zachtmoedig, Heer,
en nederig van hart,’
dan ben ik bereid te dienen
in plaats van gediend te worden;
strek ik mij uit naar de ander
liefdevol, verdraagzaam, teder en zacht.
Als ik bid:
‘Maak mij zachtmoedig, Heer,
en nederig van hart,’
dan geef ik aan te willen leven
zoals U, Heer Jezus, deed.
Dan ben ik bereid alles over te geven
en mij te buigen voor Uw grootheid en macht.
Als ik bid:
‘Maak mij zachtmoedig, Heer,
en nederig van hart,’
dan kniel ik neer
aan de voet van het kruis
en geef ik mij over aan U
van wie ik alles verwacht.
Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita
1 Petrus 5:5
Petrus geeft ons hier de opdracht om elkaar onderdanig te zijn; bekleed met nederigheid.
Maar, als we heel eerlijk zijn, dan begint het in ons al gauw te steigeren, want ook als christen hoef je toch niet over je te laten lopen; en je mag toch eerlijk voor je eigen mening uitkomen en …
Op de één of andere manier heeft onderdanigheid en nederigheid een negatief beeld.
Alsof je daarmee moet kruipen voor een ander, alsof de ander het over jou voor het zeggen heeft en dat is het laatste wat we eigenlijk willen.
We zijn onze eigen baas, wij beslissen en niet een ander.
Maar als de Bijbel spreekt over onderdanigheid en nederigheid, dan staat dat toch wel in een ander teken.
Het leven van de Here Jezus is voor ons het voorbeeld van een leven in onderdanigheid.
Een onderdanigheid die bekleed was met nederigheid.
Onderdanig; eerbiedig, gehoorzaam, nederig, ootmoedig, onderworpen.
Maar wel aan Zijn Vader in de hemel.
In mijn zoektocht op internet naar de betekenis van onderdanigheid en nederigheid kwam ik ook terecht bij een pagina met Joodse wijsheden en wat ik daar las raakte mij diep en plaatste het hele concept van onderdanigheid en nederigheid in het juiste perspectief.
Hier wordt gezegd: Nederigheid is geen minderwaardigheidscomplex.
Het is het doen van het juiste en niet afhankelijk zijn van de opinies van anderen.
En dat is wat de Here Jezus deed; het enige juiste, namelijk de wil van Zijn Vader in de hemel.
Daar leefde Hij voor.
Vanuit wandelde en handelde Hij.
En als dat betekende als een dienstknecht de voeten te wassen van Zijn discipelen, dan deed Hij dat.
Als dat betekende de vernederende kruisdood te sterven voor anderen, dan deed Hij dat.
Want, het was de wil van de Vader, Die Hij eerde en diende boven alles.
Jezus leefde niet voor Zichzelf; Hij kwam om te dienen en niet om gediend te worden.
Als de Bijbel spreekt over onderdanig zijn aan, dan legt dat tegelijkertijd een enorme verantwoording bij degene aan wie wij onderdanig dienen te zijn.
In Efeze 5: 22-33 spreekt Paulus over het onderdanig zijn van de vrouw aan hun man, maar hij geeft daarbij ook aan wat daarin dan de verantwoordelijkheid van de man is naar zijn vrouw toe.
Vers 25: “Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven.”
Dit woord laat heel duidelijk zien dat onderdanigheid niet betekent overgeleverd zijn aan de grillen van de ander, dat zijn wil wet is, maar uit liefde zich overgeven aan degene die zoveel van je houdt dat hij zelfs bereid is zijn leven te geven voor jou.
Dat betekent dat je jezelf mag koesteren in de liefde van de ander en je daarin ook geborgen weten.
Dat betekent dat de ander voor je zal zorgen, dat de ander het beste met je voor heeft.
Je mag je veilig weten in die positie.
Dat betekent ontspanning, rust en vrede.
Zo had (heeft) Christus Zijn Vader lief, zo heeft Christus ons lief en zo wil Christus dat wij elkaar liefhebben en elkaar onderdanig zijn.
In liefde en het beste met de ander voor hebben.
En dan komt ons eigen ik toch al heel gauw in het nauw.
Want, wat blijft er dan over van wat ik wil, van mijn eigen persoon, van wie ik ben?
Dan komen we uit op de vraag: ‘Wie zit er op de troon van ons leven?’
Wijzelf of God?
Voor wie leven wij, voor onszelf of voor Hem?
Van wie verwachten wij alles, van onszelf of van Hem?
Als wij ons leven, ons hart, aan Hem hebben gegeven dan hebben we eigenlijk gezegd: ‘Heer, ik kan het niet, ik heb U nodig; doet U het maar.’
We erkennen dat wij het niet kunnen en dat we Hem nodig hebben.
Maar tegelijkertijd is het leven in afhankelijkheid aan Hem, hoe graag we het ook willen, en hoezeer we ook beseffen dat we het zelf niet kunnen, heel moeilijk.
Wat zit ons eigen ik ons toch altijd weer in de weg.
Vaak nog veel meer dan we zelf denken.
Hoe vaak gebeurt het in ons leven niet dat we maar voort tobben en ploeteren en zelf dingen proberen op te lossen voordat we eindelijk naar onze hemelse Vader gaan, ons hoofd buigen en erkennen: ‘Vader, ik kan het niet, doet U het maar.’
Jezus deed niets zonder Zijn Vader en wij proberen het vaak iedere keer maar weer zelf tot dat we soms bijna niet meer verder kunnen.
En eer we soms bij de Vader aankomen zijn we moe en uitgeput van het als maar zelf proberen.
Is dat geen trots?
Is dat geen hoogmoed?
Ja, dat is trots; ja, dat is hoogmoed, want in plaats van dat we het aan God overlaten, nemen we Zijn plaats in en denken het beter te weten, beter te kunnen, dan Hem.
Trots en hoogmoed is overschatting van eigen kunnen! (online encyclopedie)
Het is de naam van een emotie die gekenmerkt wordt door een sterk gevoel van zelfrespect en waarbij geen plaats is voor vernedering; aldus Wikipedia.
Andere woorden voor hoogmoed/trots zijn o.a. verwaandheid, zelfoverschatting, opgeblazenheid, maar ook woorden als eigenwaan, arrogantie en zelfingenomenheid horen erbij.
Tja, dit zijn niet bepaald dingen die we over ons zelf willen zeggen, bij onszelf willen zien.
Ik denk dat niet veel van ons zullen zeggen/erkennen dat we trots of hoogmoedig zijn.
Misschien zeggen we ook niet zo gauw van onszelf dat we nederig zijn, maar jezelf trots en hoogmoedig noemen, dat doet een mens toch ook niet snel.
Want dan plaats je jezelf toch wel even in een verkeerd daglicht en dat willen we niet.
Toch zijn we vaak veel hoogmoediger dan we van onszelf denken of zelfs van onszelf verwachten.
Kijk maar naar het kleine voorbeeld hierboven.
We leven ook in een tijd waarin alles gericht is op ons eigen ‘Ik’.
Je moet voor jezelf opkomen. (want een ander doet het niet)
Je hebt recht op …
Je moet niet over je laten lopen.
Je moet assertief zijn.
Jij heb recht op je eigen geluk.
Als jij maar gelukkig ben, dan is het goed, want daar heb je recht op.
Je heb recht op je eigen mening en daar mag je voor uitkomen.
Je heb recht om je zegje te doen.
Je heb het recht om …
Alles draait om ons eigen ik en we verliezen daarmee heel vaak de ander uit het oog en walsen zo ook vaak over anderen heen.
Als ik maar …
Toch is het ook heel vermoeiend om zo te leven.
Welk een vrijheid en bevrijding ligt er eigenlijk niet in een leven onderworpen aan God.
Dan hoeven we niet steeds zelf zo nodig ons zelf neer te zetten als … vul maar in.
In Hem zijn we alles!
Dan doet het er toch niet meer toe wat anderen van ons denken of zeggen, we hebben onze identiteit in Hem!
Wij zijn Zijn kinderen; erfgenamen, koningskinderen.
We hoeven onszelf niet te bewijzen.
We zijn vrij in en door Hem!
* Romeinen 12:10; Filippenzen 2:3; Spreuken 3:34; Jakobus 4:6; Efeziërs 5:22-33
Als wij zo leven, onderdanig aan God en aan elkaar in liefde, dan geven wij onze jongeren het goede voorbeeld en kunnen we ook van hen vragen om op hun beurt ons weer onderdanig te zijn.
Want ze zullen weten dat alles wat gevraagd wordt, of gezegd wordt is vanuit liefde en vanuit het beste met hen voor hebben.
Ze zullen zich veilig en geborgen weten.
Welk een verantwoordelijkheid ligt er bij ons als ouders/ouderen!
Ik belijd U, Vader, dat ik vaak veel hoogmoediger ben, veel trotser, dan ik wil toegeven.
Zowel naar U toe als naar mijn medemens.
Leer mij, Vader, om eerlijk naar mijzelf te kijken.
Open mijn ogen ook voor deze zonden en ongerechtigheden, opdat ik ze aan U kan belijden en vergeving zal ontvangen en ervan zal leren.
Ik weet, ik ben vergeven door het kostbare bloed wat Uw Zoon voor mij heeft vergoten, maar dat neemt niet weg dat ik nog steeds zondig ben en onrein en uw vergeving nodig heb voor de zonden die ik steeds weer doe en die tussen U en mij in komen te staan.
Als ik zing, Heer: ‘Maak mij een beeld van U,’ doe mij dan ook beseffen wat dat werkelijk betekent, namelijk een leven van dienen en niet gediend worden.
Mijn eigen ik opzij zetten voor die van U.
Geen slaafse onderdanigheid, maar een eerbiedige nederigheid vanuit een hart dat U liefheeft boven alles en u wil dienen en eren, in de wetenschap dat ik veilig en geborgen ben in U.
In Jezus' Naam.
- Amen -
Als ik bid:
‘Maak mij zachtmoedig, Heer,
en nederig van hart,’
dan hoef ik niet meer zo nodig
mijn gelijk te hebben,
maar alleen het verlangen te doen,
dat, wat U van mij verwacht.
Als ik bid:
‘Maak mij zachtmoedig, Heer,
en nederig van hart,’
dat doet het er niet meer toe
wat anderen van mij denken,
maar wel dat U goedkeurend
naar mij (glim)lacht.
Als ik bid:
‘Maak mij zachtmoedig, Heer,
en nederig van hart,’
dan ben ik bereid te dienen
in plaats van gediend te worden;
strek ik mij uit naar de ander
liefdevol, verdraagzaam, teder en zacht.
Als ik bid:
‘Maak mij zachtmoedig, Heer,
en nederig van hart,’
dan geef ik aan te willen leven
zoals U, Heer Jezus, deed.
Dan ben ik bereid alles over te geven
en mij te buigen voor Uw grootheid en macht.
Als ik bid:
‘Maak mij zachtmoedig, Heer,
en nederig van hart,’
dan kniel ik neer
aan de voet van het kruis
en geef ik mij over aan U
van wie ik alles verwacht.
Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita
zondag 1 januari 2012
Week 1 - Een hart dat Hem kent
'Ik zal hun een hart geven om Mij te kennen, dat Ik de HEERE ben, en zij zullen Mij tot een volk zijn en Ik zal hun tot een God zijn; want zij zullen zich tot Mij bekeren met heel hun hart.'
Jeremia 24:7
Matthew Henry zegt over deze tekst: Hier wordt hun beloofd: Ik zal hun geven, niet zozeer een hoofd om Mij te kennen, maar een hart om Mij te kennen.
Want zij zullen zich tot Mij met hun ganse hart bekeren.
God Zelf onderneemt het bij hen dat zij zo zullen zijn, en als Hij ons bekeert, dan zullen wij bekeerd zijn.
De diepte van deze tekst is, dat God ons soms juist door allerlei beproevingen laat gaan om ons te brengen tot verootmoediging, zodat we onze zonden gaan belijden en erkennen dat Hij, en Hij alleen, God – Jaweh, Jehova, de Ik ben, de Ene – is.
En dan niet alleen met ons hoofd, maar juist met ons hart.
God verlangt naar een hart dat Hem wil kennen.
Het was Gods plan, Gods wil, dat het volk weggevoerd werd naar Babel, maar niet omdat Hij het slechtste met hen voor had, maar juist omdat Hij het goede met hen voor had.
Hij verlangde ernaar dat Zijn volk Hem weer zou toe behoren met hun gehele hart en zij zo weer onder Zijn bescherming en liefde zouden leven.
God wilde voor hen zorgen, hen beschermen en met al Zijn liefde omgeven.
In Ezechiël 11:14-21 vinden we dat ook terug.
Ook hier beloofd God dat Hij Zijn volk terug zal brengen in Israël vanuit hun ballingschap en hen een nieuw hart zal geven en een nieuwe geest; een warm kloppend hart in plaats van een hart van steen.
Zij zullen Mijn volk zijn, Ik zal hun God zijn.
Het hart zorgt ervoor dat het bloed door ons lichaam stroomt; als het hart stopt met kloppen en het wordt niet opnieuw op gang gebracht, dan gaan we dood.
Het is dus het meest belangrijkste deel van ons lichaam om te kunnen leven.
Het hart is ook het symbool van de liefde.
Wij willen toch allemaal het hart veroveren van die ene waar ons hart voor in vuur en vlam staat?
We willen toch allemaal in onze relatie met de ander dat het hart van die ander ons toebehoort en alleen van ons houdt?
Dat wil je toch niet delen en al helemaal niet dat het naar een ander uitgaat.
Hoeveel te meer geldt dit niet voor God!
Hij heeft ons geschapen; Hij houdt al van ons nog voor we zelfs maar geboren waren.
En Hij doet er alles aan om ons hart voor Zich te winnen en als we dan ons hart aan Hem geven, dan wil Hij dat ook met niemand anders delen.
God verlangt naar ons hart, naar een warm kloppend hart, dat alleen Hem toebehoort.
Een hart dat Hem zoekt, dat Hem wil kennen en Hem wil dienen.
Hij wil ons van alles geven, maar boven alles wil Hij dat we Hem kennen.
God verlangt naar persoonlijke omgang met ons, naar een persoonlijke relatie met ons, een hartsrelatie, naar intimiteit en dit is alleen maar mogelijk als we investeren in onze relatie met Hem.
Daar verlangt God zo naar!
Zoek dagelijks Zijn aangezicht!
Lees je Bijbel, onderzoek Zijn woord, denk er over na!
Word stil, luister, bid!
Leer Hem kennen.
Wij zullen Zijn kinderen zijn en Hij zal onze God zijn.
Je zult in deze liefde nooit worden teleurgesteld!
Lieve Vader,
dank U wel, dat U met mij een relatie wilt aangaan.
Dank U wel, dat U verlangt naar mijn hart ongeacht wie ik ben of wat ik ook ooit heb gedaan.
Dank U wel, dat U dit allemaal ook voor ons hebt mogelijk gemaakt door Uw Zoon naar deze aarde te zenden als verzoening voor al onze zonden en als middelaar tussen U en ons.
Laat mijn vertrouwen toch altijd op U zijn hoe mijn omstandigheden ook zijn of worden.
U hebt altijd het beste met mij voor; U hebt immers plannen van vrede over mij en niet van onheil.
U wilt alleen maar dat ik U steeds beter leer kennen, U meer en meer leer vertrouwen, dat de relatie tussen U en mij zich verdiept.
Laat het zo zijn, lieve Vader, dat als het moeilijk wordt, ik mij niet van U af zal keren, maar juist dichter bij U zal komen om mijn toevlucht bij U te zoeken.
U zult mijn vertrouwen nooit beschamen.
Maar laat het ook zo zijn,Vader, dat als er voorspoed is, ik U niet vergeet, maar U zal danken en het gebruiken tot eer en glorie van Uw Naam en ten dienste van mijn naaste.
In Jezus Naam.
- Amen -
Leg je hand maar in die van Mij;
vertrouw Mij, ook dit komende jaar.
Hoe je weg ook zal zijn,
weet dit: Ik ben daar!
Leg je hand maar in die van Mij;
laat Mij je vormen en kneden.
Wees niet bang, vertrouw Mij maar,
alles wat Ik doe, doe Ik met een reden.
Leg je hand maar in die van Mij;
Vertrouw jezelf maar geheel aan Mij toe.
Ik zal je nooit beschamen;
Ik weet wat Ik doe.
Leg je hand maar in die van Mij
en ervaar Mijn grote liefde voor jou.
wandel dagelijks aan Mijn hand
en bemerk hoeveel Ik van je hou.
Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita
Jeremia 24:7
Matthew Henry zegt over deze tekst: Hier wordt hun beloofd: Ik zal hun geven, niet zozeer een hoofd om Mij te kennen, maar een hart om Mij te kennen.
Want zij zullen zich tot Mij met hun ganse hart bekeren.
God Zelf onderneemt het bij hen dat zij zo zullen zijn, en als Hij ons bekeert, dan zullen wij bekeerd zijn.
De diepte van deze tekst is, dat God ons soms juist door allerlei beproevingen laat gaan om ons te brengen tot verootmoediging, zodat we onze zonden gaan belijden en erkennen dat Hij, en Hij alleen, God – Jaweh, Jehova, de Ik ben, de Ene – is.
En dan niet alleen met ons hoofd, maar juist met ons hart.
God verlangt naar een hart dat Hem wil kennen.
Het was Gods plan, Gods wil, dat het volk weggevoerd werd naar Babel, maar niet omdat Hij het slechtste met hen voor had, maar juist omdat Hij het goede met hen voor had.
Hij verlangde ernaar dat Zijn volk Hem weer zou toe behoren met hun gehele hart en zij zo weer onder Zijn bescherming en liefde zouden leven.
God wilde voor hen zorgen, hen beschermen en met al Zijn liefde omgeven.
In Ezechiël 11:14-21 vinden we dat ook terug.
Ook hier beloofd God dat Hij Zijn volk terug zal brengen in Israël vanuit hun ballingschap en hen een nieuw hart zal geven en een nieuwe geest; een warm kloppend hart in plaats van een hart van steen.
Zij zullen Mijn volk zijn, Ik zal hun God zijn.
Het hart zorgt ervoor dat het bloed door ons lichaam stroomt; als het hart stopt met kloppen en het wordt niet opnieuw op gang gebracht, dan gaan we dood.
Het is dus het meest belangrijkste deel van ons lichaam om te kunnen leven.
Het hart is ook het symbool van de liefde.
Wij willen toch allemaal het hart veroveren van die ene waar ons hart voor in vuur en vlam staat?
We willen toch allemaal in onze relatie met de ander dat het hart van die ander ons toebehoort en alleen van ons houdt?
Dat wil je toch niet delen en al helemaal niet dat het naar een ander uitgaat.
Hoeveel te meer geldt dit niet voor God!
Hij heeft ons geschapen; Hij houdt al van ons nog voor we zelfs maar geboren waren.
En Hij doet er alles aan om ons hart voor Zich te winnen en als we dan ons hart aan Hem geven, dan wil Hij dat ook met niemand anders delen.
God verlangt naar ons hart, naar een warm kloppend hart, dat alleen Hem toebehoort.
Een hart dat Hem zoekt, dat Hem wil kennen en Hem wil dienen.
Hij wil ons van alles geven, maar boven alles wil Hij dat we Hem kennen.
God verlangt naar persoonlijke omgang met ons, naar een persoonlijke relatie met ons, een hartsrelatie, naar intimiteit en dit is alleen maar mogelijk als we investeren in onze relatie met Hem.
Daar verlangt God zo naar!
Zoek dagelijks Zijn aangezicht!
Lees je Bijbel, onderzoek Zijn woord, denk er over na!
Word stil, luister, bid!
Leer Hem kennen.
Wij zullen Zijn kinderen zijn en Hij zal onze God zijn.
Je zult in deze liefde nooit worden teleurgesteld!
dank U wel, dat U met mij een relatie wilt aangaan.
Dank U wel, dat U verlangt naar mijn hart ongeacht wie ik ben of wat ik ook ooit heb gedaan.
Dank U wel, dat U dit allemaal ook voor ons hebt mogelijk gemaakt door Uw Zoon naar deze aarde te zenden als verzoening voor al onze zonden en als middelaar tussen U en ons.
Laat mijn vertrouwen toch altijd op U zijn hoe mijn omstandigheden ook zijn of worden.
U hebt altijd het beste met mij voor; U hebt immers plannen van vrede over mij en niet van onheil.
U wilt alleen maar dat ik U steeds beter leer kennen, U meer en meer leer vertrouwen, dat de relatie tussen U en mij zich verdiept.
Laat het zo zijn, lieve Vader, dat als het moeilijk wordt, ik mij niet van U af zal keren, maar juist dichter bij U zal komen om mijn toevlucht bij U te zoeken.
U zult mijn vertrouwen nooit beschamen.
Maar laat het ook zo zijn,Vader, dat als er voorspoed is, ik U niet vergeet, maar U zal danken en het gebruiken tot eer en glorie van Uw Naam en ten dienste van mijn naaste.
In Jezus Naam.
- Amen -
Leg je hand maar in die van Mij;
vertrouw Mij, ook dit komende jaar.
Hoe je weg ook zal zijn,
weet dit: Ik ben daar!
Leg je hand maar in die van Mij;
laat Mij je vormen en kneden.
Wees niet bang, vertrouw Mij maar,
alles wat Ik doe, doe Ik met een reden.
Leg je hand maar in die van Mij;
Vertrouw jezelf maar geheel aan Mij toe.
Ik zal je nooit beschamen;
Ik weet wat Ik doe.
Leg je hand maar in die van Mij
en ervaar Mijn grote liefde voor jou.
wandel dagelijks aan Mijn hand
en bemerk hoeveel Ik van je hou.
Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita
Abonneren op:
Posts (Atom)