zondag 24 juni 2012

Week 26 - Je dagelijks opnieuw toewijden

Als u de HEER niet verkiest te dienen, kies dan nu wie u wel wilt dienen: de goden die uw voorouders aan de overkant van de Rivier hebben vereerd, of de goden van de Amorieten, van wie u nu het land bewoont.
Ik en mijn familie, wij dienen de HEER.
WB

Maar als het in uw ogen kwalijk is de HEERE te dienen, kies voor u heden wie u zult dienen: of de goden die uw vaderen, die aan de overzijde van de rivier woonden, gediend hebben, of de goden van de Amorieten, van wie u het land bewoont.
Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de HEERE dienen!
HSV

Jozua 24:15

Kies dan nu wie je wilt dienen …
Je dagelijks opnieuw toewijden …
Dienen.
Toewijden.

De afgelopen week hebben deze woorden me behoorlijk bezig gehouden.
Ik heb er heel veel over na lopen denken.
Toewijding, jezelf toewijden aan de Heere.
Dienen, kiezen, toewijden, dagelijks opnieuw.
Wat betekent dat eigenlijk echt, wat houdt dat eigenlijk precies in?
Ik heb mijn leven aan de Heer gegeven, maar is het daarmee automatisch aan Hem toegewijd?
Dien ik Hem echt?
Er zijn de laatste jaren veel dingen veranderd in mijn leven waardoor mijn geloof en vertrouwen in hem is gegroeid, maar betekent dat ook dat ik Hem meer ben toegewijd?
Dien ik Hem nu meer of beter doordat ik bepaalde dingen voor Hem doe?
Wat betekent het eigenlijk in wezen om iemand toegewijd te zijn, om te dienen?
Wat houdt het eigenlijk in werkelijkheid in?
Is mijn leven Hem wel toegewijd, dien ik Hem of is alles wat ik doe, hoe ik leef inmiddels vanuit gewoonte?
Allemaal vragen en gedachten die bij mij boven kwamen de afgelopen week.

Ik wilde de diepte van deze woorden weten, ik wilde het als het ware proeven en zocht daarom de betekenis van deze woorden, schreef ze op en dacht er over na terwijl ik ze herhaaldelijk las; nam ze als hapjes steeds opnieuw in mijn mond om de ‘smaak’ te proeven.
Voor mijzelf is deze zoektocht naar de diepte van de betekenis van het dienen en toewijden aan God, aan de Here Jezus, ook opnieuw een keuze maken op de vraag in de tekst.
Ik wil de diepte van deze woorden proeven, zoals een wijnkenner de wijn door zijn mond laat rollen om ieder facet te proeven en boven te halen om aan het eind de vraag te beantwoorden: ‘Slik ik het door of spuug ik het uit?‘

Kies dan nu wie je wilt dienen …
Kies dan nu WIE je wil DIENEN …

Dienen is het iemand, een ander persoon, het naar de zin maken.
Het betekent van dienst zijn, helpen, bruikbaar zijn, behulpzaam, bijdragen, functioneren, aanbidden.

Nu, ik wil echt niet zomaar iedereen dienen in de volste betekenis van dit woord, want er staat ook ‘aanbidden’ bij.
We kunnen mensen dienen, maar en is er maar Eén die we mogen aanbidden.
En in die zin spreken we vandaag over het woordje ‘dienen’.
Wie wil je dienen in de zin van aanbidden?
Wie wil je vereren, verheerlijken?
Wie wil je verheffen en hartstochtelijk beminnen (aanhangen, aanbidden, liefhebben)?

Voordat Jozua het volk de ‘grote’ vraag voorhoudt zodat zij opnieuw een keuze kunnen maken, spreekt hij eerst de woorden van de Heer.
God houdt, bij monde van Jozua, Zijn volk voor wat Hij allemaal al niet heeft gedaan voor hen en laat hen zo nog eens zien wie Hij is.

Als ik terugkijk op mijn leven en zie wat God allemaal heeft gedaan voor mij, dan is het antwoord voor mij niet moeilijk.
Hem wil ik dienen.
Hem wil ik aanbidden, vereren, verheffen, ja, hartstochtelijk beminnen, want Hij is het waard!
Want Hij is wie Hij zegt dat Hij is; Hij doet wat Hij zegt dat Hij doet; altijd!
Hem heb ik lief en daarom wil ik Hem dienen.

Maar ben ik in mijn dienen Hem wel toegewijd?
Om daar weer een antwoord op te kunnen geven ga ik me eens verdiepen in het woord toewijden.

Toewijden, toegewijd zijn, betekent: veel aandacht en zorg hebben (sommige spreken zelfs van permanente en volledige aandacht).
Het betekent overgave, veel inzet, ijver en enthousiasme.
Het betekent genegenheid, liefde en zelfopoffering.
Het betekent ernst en trouw.
Het betekent verknochtheid en bezieling.

Als ik deze woorden zo lees en overdenk, dan vraag ik me stilletjes af of ik Hem wel echt ben toegewijd.
Het houdt immers zoveel meer in dan ik me vaak bewust ben.

Liefde, aandacht, genegenheid, trouw en ernst, och, dat zijn nog wel zaken die ik kan beamen, maar als het gaat om ijver, enthousiasme en veel inzet, dan wordt het toch al wel een stuk moeilijker, want ik heb ook nog mijn gezin en allerlei andere zaken die mijn zorg en aandacht nodig hebben, daar recht op hebben en wat gaat er dan voor?
Na de nodige strubbelingen met je kinders (groot of klein, kleuterpuber of gewone puber)  blijft er van mijn enthousiasme soms niet veel meer over en zit ik eerder uitgeblust op de bank.
En dan heb ik het nog niets eens over de gewone dingen van het leven die een mens zo in beslag kunnen nemen, of ziekte of …
En zelfopoffering?
Nou, ook dat gaat me niet altijd even makkelijk af, want de vraag ‘en ik dan?’ komt dan toch nog weleens boven.

Nog veel dieper gaan voor mij de woorden verknochtheid en bezieling.
Ik vind het prachtige woorden.
Zonder nog echt naar de betekenis gekeken te hebben, spreken deze twee woorden een ongekende diepte, inhoud en betekenis uit.
Als ik deze twee woorden op mijn tong neem dan proef ik alle andere woorden hierin
Liefde, aandacht, ijver, trouw, ernst, enz., enz.
Ik proef het, maar ik wil nog verder, nog meer en ga naar de betekenissen van deze woorden op zoek.
Encyclo zegt van verknochtheid, innig gehecht, verkleefd.
Verknocht, je zit er als het ware aan vast.
Ik ben verknocht aan … vul voor jezelf maar eens in en verander dat dan eens in God.
Ik ben verknocht aan God, ik zit vast aan God …
En dan bezieling.
Bezieling betekent: ‘sterke inspiratie waarmee je iets doet’.
En inspiratie betekent zowel ‘Goddelijke ingeving als ‘inademing’.
Als ik dan even mag spelen met deze woorden, dan kom ik tot het volgende: ‘Bezieling is sterke Goddelijke ingeving, de inademing waarmee ik iets doe.’

Toegewijd zijn aan de Heer, wil dan zeggen dat ik zo met Hem verweven ben, dat ik Hem inadem en van daaruit leef, beweeg en besta.

Dan heb ik lief wat Hij liefheeft en haat ik wat Hij haat.
Dan ben ik niet meer gericht op wat ik wil, maar op wat Hij wil.
Dan leef ik zo, dat mijn leven Hem vreugde schenk, ook al doet het mij pijn en/of verdriet.
Dan richt ik mijn aandacht op die dingen die Hij belangrijk vindt en niet op hetgeen ik graag zou willen.
Dan brandt het als een vuur in mij om alles wat ik doe te doen voor Hem, tot eer van Hem.
Dan wil ik het ook allemaal zo goed mogelijk doen, want dat is wat Hem toekomt, wat Hij verdient.
Dan ben ik toegewijd aan Degene Die ik dien.

Iets treurigs maakt zich van mij meester, want ik besef dat ik dit nooit zal kunnen.
Want ik schiet tekort, iedere dag opnieuw.
Ook al zou ik me dagelijks opnieuw aan Hem toewijden, me zo bewust zijn van wat het ten diepste inhoudt, dan nog zal ik tekortschieten.
Maar deze treurigheid werp ik van mij af, want ik wil me wel dagelijks daar naar uitstrekken en iedere kans grijpen om de Here Jezus te volgen.
En daarin zal het gaan met vallen en opstaan, maar het uitstrekken en het proberen zijn allemaal zaken die thuishoren in het groeiproces naar volwassenheid in het geloof en in het komen tot volmaaktheid.

Dan ben ik als het ware de wijnkenner met de wijn rollend door mijn mond; ik heb geproefd en ik slik door.




Lieve Vader in de hemel, opnieuw kies ik ervoor om U te dienen.
Ik verlang ook naar een leven dat in dit dienen U is toegewijd.
Maar ik moet U belijden, lieve Vader, dat ik tegelijkertijd ook zo bang ben voor mezelf, mijn egoïsme, mijn eigen ik.
Ik ben niet zo goed, Vader, in het mezelf opzij zetten en volledig op u gericht te zijn.
Ik baal bijvoorbeeld soms zo ontzettend van het steeds weer opruimen van de rommel, de steeds weer terugkerende berg wasgoed en al dat soort dingen.
Dingen waarvan ik weet dat ik ze eigenlijk hoort te doen met blijdschap om dat ik ze in wezen voor U doe.
Maar deze wetenschap is zo vaak ondergeschikt aan wat ik voel.
Ik belijd U dit, Vader, en bid U daarom of U mij wilt helpen om mijn leven toe te wijden aan U in die diepste betekenis, want ik kan het van mijzelf niet.
Maak mij bewust, iedere dag opnieuw, van mijn keuze van toegewijd aan U willen leven, zodat ik die keuze dagelijks bewust zal gaan maken en mij daar naar uit zal strekken.
Laat mij opklimmen daarin tot dat ik voor altijd bij U ben.
En als ik tekortschiet doe mij beseffen,  dat iedere dag een nieuwe kans is om U te volgen; want bij U is vergeving.
Dank U wel, Vader, wat kan ik anders doen dan voor U buigen en knielen, en erkennen: ‘U bent Heer.’

- Amen -




Kies dan nu wie je wilt dienen;
kies dan nu wie je wilt zijn toegewijd.
Kies dan nu wie je wilt aanbidden;
kies dan nu, het is de juiste tijd.

Zie Wie Hij is;
zie wat Hij heeft gedaan.
Zie Zijn liefde voor jou;
zie het kruis op Golgotha staan.

Kies dan nu wie je wilt dienen;
kies dan nu wie je wilt zijn toegewijd.
Kies dan nu wie je wilt aanbidden,
kies en staak je strijd.

Geef je over, leg je leven in Zijn handen;
vergeving en leven is wat je zult ontvangen.
Wijd je leven toe aan God de Heer;
Hij vervult je diepst verlangen.

Kies dan nu wie je wilt dienen;
kies dan nu wie je wilt zijn toegewijd.
Kies dan nu wie je wilt aanbidden,
kies, laat Zijn hart worden verblijd.


Ik kniel neer,
buig mijn hoofd
en belijd opnieuw:
‘Jezus, U bent Heer.’

U wil ik dienen,
U wil ik zijn toegewijd.
Dat Uw licht en liefde
door mij heen wordt verspreid.

Angst voor falen
houdt mij niet meer tegen.
Sterker en meer is Wie U bent
en mijn verlangen naar Uw zegen.

- Amen -

©Rita Klapwijk

zondag 17 juni 2012

Week 25 - Zwakheid

Je hebt niet meer dan Mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid.
NBV

Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.
HSV

2 Korinthe 12:9

Voor de komende week een hele bekende Bijbeltekst, tenminste, ik denk dat het voor de meesten toch wel een heel bekende Bijbeltekst is en ik kan me ook zo voorstellen dat menigeen hem ook zichzelf al eens (of misschien wel meer dan eens) heeft voorgehouden om zichzelf ermee te bemoedigen of aan te sporen.

Mijn genade is voor jou genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht’; ‘Je hebt niet meer dan Mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaat in zwakheid.’

Terwijl ik over deze woorden nadacht, kwam het lied ‘U bent mijn schuilplaats, Heer’ in mijn gedachten.

U bent mijn schuilplaats Heer,
U vult mijn hart steeds weer
met een verlossingslied.
Telkens als ik angstig ben,
steun ik op U.
Ik vertrouw op U.
Als ik zwak ben, ben ik sterk
in de kracht van mijn Heer.
(Opwekking 176)

Het is één van mijn lievelingsliederen.
Ik heb dit lied heel wat keren gezongen en mezelf voorgehouden in de jaren die achter me liggen en als we het ’s zondags in de gemeente zongen, dan liepen de tranen me over de wangen, zo’n realiteit was dit lied voor mij.
Wat had*, en heb ik het nodig dat Hij mijn hart zou vullen met een lied van verlossing, van hoop, van bemoediging, van vertrouwen dat Hij alles in Zijn hand heeft, dat Hij erbij is en er niets buiten Hem om gebeurt.
Wat had, en heb ik het nodig om mezelf voor te houden dat Ik op Hem moest steunen als ik bang was, want de omstandigheden verblindden soms zo mijn zicht op Hem, op Zijn Grootheid en Almacht.
Wat was, en is het belangrijk om mijzelf voor te houden en uit te spreken, te zingen: Ik vertrouw op U, zodat alle andere stemmen in mij het zwijgen opgelegd werden en mijn blik alleen nog maar omhoog gericht was op Hem.
Wat was, en is het belangrijk om mezelf Zijn woord voor te houden en eigen te maken, dat als ik zwak ben Zijn kracht in mij zichtbaar wordt; niet meer ik, maar Hij!
Nog ligt het in mijn  herinnering hoe de tranen over mijn wangen liepen terwijl ik de woorden zong: ‘Als ik zwak ben, ben ik sterk in de kracht van mijn Heer…’
Oh, en ik voelde me zo vaak alles behalve sterk, maar Zijn woord zei het (en zegt het) en dat wilde ik me toe-eigenen en ik het uit gaan spreken.
Ik ben vanuit de Psalmen teksten op gaan schrijven en heb ze tot gebeden samengevoegd en dan slingerde ik het gebed als het ware de ruimte (in dit geval de hemelse gewesten) in zoals David de stenen met een slinger, om de boze het zwijgen op te leggen.
Als ik zwak ben, ben ik sterk in de kracht van de Heer …
‘Mijn genade is voor jou genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.’

Zijn genade, genoeg.
Zijn kracht, zichtbaar, volbracht.

Na de moeilijke jaren met twee jongens die depressief waren na jarenlang pesten, was er van mijn persoontje niet veel meer over dan een bang vogeltje.
Het vele thuiszitten had mijn, toch al niet zo’n grote, zelfvertrouwen nog meer beschadigd en mensenvrees stak de kop op.
Wie was ik nu eigenlijk nog?
Een falende moeder, die niet meer wist wat er eigenlijk in de wereld gaande was, die haar leven leefde in alles gericht op haar kinderen om ze te helpen te overleven.
Ik had het gevoel alsof ik een paar jaar buiten de wereld had gestaan en geleefd.
In die periode was men in onze gemeente ook bezig met de gaventest.
Iedereen kon zo’n test invullen, zo kon je zien waar je gaven en talenten lagen.
Maar ach, wat kon ik nu nog invullen; alles was voor mijn gevoel en in mijn beleving verleden tijd.
Dat kon ik, zo was ik, maar nu?
Heel wat tranen heb ik toen opnieuw vergoten en ik voelde me meer dan ooit een grote mislukkeling.
Zie je wel, ik ben niets meer…
Wat had God nu nog aan mij?

Maar als God ergens aan begint, dan maakt Hij het ook af!
Ik was Zijn kind en het goede werk dat Hij in mij was begonnen, al zo vele jaren terug, zal Hij afmaken!
En alle dingen die in ons leven gebeuren, kan Hij gebruiken om ons te vormen en te kneden, zo ook de zware gedeelten in ons leven; misschien wel juist de zware perioden.
Zo heeft Hij alles wat er is gebeurd, toen, maar ook nog de dingen in de jaren daarna, gebruik om mij hier te brengen waar ik nu ben.

Ik was zwak en klein, ontmoedigd door alles wat er was gebeurd en wat mensen erover gezegd hadden, ontmoedigd doordat het bij anderen allemaal beter ging en zij niet zoveel problemen hadden als ik, als wij.
Het liefst had ik mezelf verstopt en was nooit meer te voorschijn gekomen, zo klein, onzeker en mislukt voelde ik mij
Maar God had duidelijk andere plannen.
Hij hield teveel van mij om mij te laten zoals ik was en Hij reikte mij mogelijkheden aan waarmee ik aan de slag kon gaan en leidde mij van het één naar het ander.
(en nog steeds, want Hij gaat door)

En het was in dit proces dat ik ging ervaren en zien, dat als ben ik zwak, als Ik het overgeeft aan God, Hij het uitwerkt en gaat doen.
Het was in dit proces dat ik ben gaan zien hoe Zijn kracht zichtbaar wordt in mijn zwakheid en dat ik daardoor tot dingen in staat ben die ik anders nooit had gedaan of kunnen doen.
Het is door dit proces dat ik meer en meer van Hem ben gaan zien wie Hij is en wie Hij wil zijn als ik Hem daarvoor de kans geef.
Mijn geloof en vertrouwen in Hem zijn gegroeid.
Waardoor?
Simpelweg door naar Hem toe te gaan en Hem te bekennen, ‘Heer, ik kan het niet; hier ben ik, doe U het maar.’
Mijn belofte aan Hem ‘Heer, ik zal doen wat U op mijn pad brengt’ heeft ertoe geleid dat Hij Zijn kracht kon openbaren in mij.

We hoeven geen grote en sterke mannen en vrouwen te zijn, misschien wel juist niet.
Onze zienswijze op sterk en krachtig is anders dan die van God.
Als alles voor de wind gaat en alles wat we aanraken bij wijze van spreken in goud verandert, dan moeten we er voor waken niet in eigen kracht dingen te gaan doen.
Dan moeten we er voor waken om niet hoogmoedig te worden, zo van, dat heb ik toch weer eens mooi en goed gedaan.

En dan komen we weer bij Paulus aan, bij het waarom dit woord aan Hem werd gegeven.
Paulus had heel bijzondere dingen gezien, dingen waarmee hij alle aandacht naar zichzelf zou toe kunnen trekken en waardoor mensen naar hem op zouden kunnen gaan kijken.
Om te verhinderen dat dat zou gebeuren werd hem ‘een doorn in het vlees gegeven: een engel die hem met vuisten sloeg’.
Wat dit precies was, staat nergens beschreven, het doet er blijkbaar niet toe.
Driemaal bad Paulus dat het van hem weggenomen zou worden, maar Gods antwoord was: ‘Mijn genade is jou genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht.’

Wat de doorn ook was, het was duidelijk wel iets wat hem hinderde in zijn bediening, iets waar hij echt last van had, iedere dag.
Maar dit zorgde er tegelijkertijd voor, dat hij zich heel erg bewust was van hoezeer hij God nodig had om te kunnen doen waartoe hij geroepen was.

‘Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen.
Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus' wil.
Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig.’ (vers 9b en 10)

Paulus verlangde er naar dat de kracht van Christus in hem zou wonen en daarom kon hij zeggen dat hij vreugde vond in alle smadelijke behandelingen, vervolgingen, noden en ontberingen.
Want juist op de momenten dat hij zo zwak was, ervoer hij de kracht van Christus in hem.
Hij besefte dat als hij zwak was, tegelijkertijd machtig was doordat Christus’ kracht in hem openbaar werd.
Niet hij, maar Christus was dan aan het werk.

En dat geldt ook voor ons.
We hoeven dus niet bang te zijn als er van alles en nog wat in ons leven gebeurt.
We hoeven niet bang te zijn dat we het niet aankunnen of dat we niet verder kunnen.
We hoeven niet bang te zijn als we dingen moeten doen waarvan we denken dat we ze helemaal niet kunnen of aankunnen.
Als wij zwak zijn, en we gaan daarmee naar God de Vader, dan zal Christus’ kracht in ons zichtbaar worden.

Hoe meer wij van ons leven overgeven aan God, hoe meer Christus’ kracht in ons zal wonen en zichtbaar zal worden.
Hoe meer wij ontdekken en erkennen dat wij zwak zijn en het van Hem gaan verwachten, hoe meer wij Hem aan het werk gaan zien.
En hoe meer wij Hem aan het werk gaan zien, hoe meer wij van Hem gaan getuigen.
Hoe meer wij van Hem gaan getuigen hoe meer er zichtbaar wordt van Hem.
Hoe meer er zichtbaar wordt van Hem, hoe minder zichtbaar wordt van onszelf.
En hoe minder er zichtbaar wordt van onszelf, hoe meer er weer zichtbaar wordt van Hem.
Hoe meer er weer zichtbaar wordt van Hem, hoe meer blijkt dat wij op Hem zijn gaan lijken.

Willen we meer op Hem gaan lijken?
Laten we dan blij zijn met onze zwakheden, want dan kan Hij Zijn kracht in ons openbaren en zal de wereld Hem zien.


Lieve Vader in de hemel.
Meer van U zien, meer op U gaan lijken is waar ik naar verlang, maar soms vind ik het heel moeilijk dat dat juist vaak alleen maar mogelijk lijkt te zijn door allerlei moeilijkheden en noden heen.
Als ik bid of zing: ‘Laat Uw glorie zien’ dan zou ik dat het liefst zien zonder allerlei moeiten, pijn en verdriet en zorgen waarin U toont wie U bent.
Maar ik weet, Vader, dat de kans dan heel groot is het verkeerd uitpakt, want ik zou rond gaan vertellen welk een ervaring ik heb gehad en hoe U mij uitgekozen had om Uzelf te laten zien enz. enz.
Tenminste, dat kan ik me hierbij zo voorstellen, Vader.
Maar na alles waar ik, wij als gezin, doorheen zijn gegaan, Vader, wil ik U ervoor danken dat U Zichzelf zo hebt laten zien aan mij, aan ons.
Ik zou er zelf nooit voor hebben gekozen, Vader, maar nu, achteraf, kan ik wel zeggen dat ik het niet had willen missen en dat ik er op een bepaalde manier eigenlijk blij en dankbaar om ben.
Want ik heb U gezien in dit alles, keer op keer.
Ik heb Uw kracht in mijn zwakheid ervaren.
En daarmee is ook het verlangen gekomen om te getuigen van Uw liefde en grootheid.
Om anderen te bemoedigen en te vertellen van Uw daden.
Ik weet, Uw kracht woont in mij!
Uw kracht, die juist zichtbaar wordt als ik zwak ben.
O vader, ik dank U voor alle moeilijkheden die er geweest zijn en die er nog steeds zijn of misschien nog komen.
Ik dank U ervoor, want ik weet dat U alles kunt gebruiken om mij meer te vormen en te kneden naar Uw beeld en gelijkenis.
Ik weet dat het mij heel dicht bij U houdt omdat ik het alleen niet kan en dat ik daardoor meer van Uw kracht, macht en liefde zien kan.
Ik dank U, en prijs Uw Heilige Naam voor wie U bent.
Ik dank U, voor Uw liefde voor mij, voor mijn gezin.
U bent een groot God en mijn liefdevolle Vader!
Ik bid U voor hen die het nu moeilijk hebben; wiens leven op dit moment in puin ligt door welke reden dan ook.
Ik bid voor hen, dat zij in hun zwakheid zich naar U zullen uitstrekken zodat Uw kracht ook in hen zal wonen en zichtbaar zal worden.
Dat zij niet bang zullen zijn voor hun zwakheid, maar juist dankbaar en blij omdat nu Uw kracht, Heer Jezus, hen sterk zal maken.
En Uw kracht is een onoverwinnelijke kracht!
Met en door U kunnen wij alles aan!
Als wij zwak zijn, juist dan zijn wij sterk door U!
O Vader, ontferm U zo over een ieder van ons en maak ons, net als Paulus, tot trouwe en krachtige diensknechten van U.
Zodat wij net als Paulus zullen roemen in onze zwakheden, opdat de kracht van Christus in ons komt wonen.
In Jezus’ Naam.

- Amen -


Ik werd uitgelachen
en tegengewerkt om mijn geloof in Hem.
Ik bad en smeekte
of Hij het weg wilde nemen.
Maar Hij antwoordde
toen ik het Hem vroeg:
‘Mijn genade is jou genoeg.
Want Mijn kracht
wordt in jouw zwakheid
volbracht!’

Ik had pijn,
werd belemmerd in mijn doen en laten.
Ik bad en smeekte
of Hij het weg wilde nemen.
Maar Hij antwoordde
toen ik het Hem vroeg:
Mijn genade is jou genoeg.
Want Mijn kracht
wordt in jouw zwakheid
volbracht!’

Ik tobde en worstelde
met vele zorgen en moeilijkheden.
Ik bad en smeekte
of Hij het weg wilde nemen.
Maar Hij antwoordde
toen ik het Hem vroeg:
‘Mijn genade is jou genoeg.
Want Mijn kracht
wordt in jouw zwakheid
volbracht!’

Mijn genade is jou genoeg!
Ik kreeg misschien niet dat
waar ik precies om vroeg.
Maar ik leerde:
in mijn zwakheid ben ik sterk
door de kracht van Christus
die in mij werkt.

Gods zegen,
en een liefdevolle groet,
Rita



* Ik spreek hier in de verleden tijd omdat het hier een situatie uit het verleden betreft, maar dat wil niet zeggen dat alles wat ik hier in de verleden tijd schrijf niet meer nodig zou hebben; wat voor toen gold, geldt nog steeds.

zondag 10 juni 2012

Week 24 - Zekerheid

Want niet voor eeuwig verstoot
de Heere!
Want wanneer Hij bedroefd heeft, zal Hij Zich ontfermen
naar de grootheid van Zijn goedertierenheid.
Want niet van harte verdrukt Hij
en bedroeft Hij mensenkinderen.
HSV


Want niet voor altijd
wijst de Heer ons af.
Wie hij verwond heeft,
troost hij weer.
Zijn liefde is groot.
Niet van harte
vernedert en pijnigt hij mensen.
GNB

Klaagliederen 3:31-33

Zekerheid.
Eigenlijk zijn er niet veel zekerheden in het leven.
Je wordt geboren, je leeft en je gaat dood.

In het leven zelf is niets echt zeker.
Zo heb je een baan, zo ben je hem weer kwijt.
Zo heb een hoop geld, zo is het alweer op.
Zo ben je gelukkig getrouwd, en zo sta je er weer alleen voor.
Zo ben je gezond, en zo loop je ziekenhuis in en uit.
Zo ben je gelukkig, en zo gebeurt er iets waardoor je diep ongelukkig word.
Zo wordt je leven verrijkt met nieuw leven, zo sta je aan het graf en neem je afscheid van iemand die je zo dierbaar was.
Zo leef je op de top van een berg, en zo bevindt je je in een diep donker dal.
Nee, veel zekerheden zijn er niet in ons leven.

Terwijl ik zo hier mijn gedachten over laat gaan, brandt het in mij om direct door te gaan naar die Enige, Echte Zekerheid in mijn leven.
Ik zou dan ook heel snel klaar zijn.
Maar ik wil meer; ik wil niet slechts iets neerleggen zonder ook de diepte in gegaan te zijn.

Zekerheid.
Wikipedia zegt over zekerheid: het uitgesloten zijn van andere mogelijkheden.
Ergens anders staat: dat je ergens zeker van bent, of: iets waaraan je niet hoeft te twijfelen.
Als je opzoek gaat naar de betekenis of definitie van dit woord, dan kom je dus bij heel verschillende definities/betekenissen uit, daar er op heel veel verschillende terreinen weer een andere uitleg aan het woord gegeven wordt.

Zekerheid.
Waar kun je in dit leven nog zeker van zijn behalve dan bovengenoemde dingen als geboren worden, leven en sterven?
Is er nog wel iets in dit leven waaraan je niet hoeft te twijfelen?

De belangrijkste zekerheid die ieder mens nodig heeft in zijn leven is te weten dat er iemand is die van hem/haar houdt.
Je kunt je baan verliezen, maar zolang je iemand hebt die van je houdt, kun je het (samen) aan.
Je kunt verder als je een grote soms geld hebt verloren, zolang er iemand is die uit liefde voor jou naast je blijft staan.
Als je ziek wordt maar er is iemand die je met liefde omgeeft, dan kun je het volhouden.
Als je huwelijk in een echtscheiding eindigt, om welke reden dan ook, zolang je nog maar mensen om je heen hebt die van je houden, kom je er doorheen.
En zo geldt dit denk ik wel voor alles.
Zolang er iemand is die van ons houdt, heeft het leven zin en biedt het leven perspectief, een doel en kunnen we verder.
Als de liefde wegvalt in ons leven blijft er een diepe leegte over, want een mens is gemaakt om lief te hebben en geliefd te worden.

Maar is het een zekerheid in ons leven dat er altijd iemand aanwezig is die van ons houdt?
Er zullen helaas vele mensen zijn die zullen zeggen: nee, die zekerheid is er niet, want zelfs mijn eigen vader/moeder hield/houdt niet van mij.
Niet iedereen groeit op in een warm en liefdevol gezin.
Maar al groeien we wel op of leven we met mensen om ons heen die echt van ons houden, we zullen er altijd van hen verliezen aan de dood of aan een anders wordende situatie.
Herinneringen blijven achter, maar hoe mooi ze ook zijn, er blijft met de herinneringen een leegte.
Geen mens kan de ander beloven dat hij iedere dag, elk moment van de dag bij de ander is, hoeveel hij ook van die persoon houdt.

Alleen God kan deze belofte waarmaken.
Alleen Hij kan ons omringen met een eeuwigdurende, en een altijd aanwezige liefde.
Een liefde die in niets te kort schiet.
Een liefde die onvoorwaardelijk is en die nooit ophoudt te bestaan.

Het bovenstaand Bijbelgedeelte lijkt aardig tegenstrijdig met de zekerheid van Gods liefde voor ons, maar is dat niet.
We weten immers dat God ons beproefd, we weten dat Hij Zich soms terugtrekt als er zonden zijn in ons leven, daarom is het bovenstaande Bijbelgedeelte juist een bemoediging.

‘Want niet voor eeuwig verstoot de Heere …’
‘Niet voor altijd wijst Hij ons af … ‘
‘Wie Hij heeft verwond, troost Hij.’
‘Hij ontfermt Zich weer over hen die Hij bedroefd heeft.’
‘Hij doet het niet van harte, Hij schept er geen behagen in.’
God heeft er altijd een bedoeling mee en daarin heeft Hij altijd op het oog wat voor ons het beste is, want Hij houdt zo oneindig veel van ons.

En hierin ligt de zekerheid van Gods liefde voor ons.
We mogen zeker weten, er zeker van zijn, dat Hij van ons houdt.
We hoeven daaraan niet te twijfelen.
God heeft altijd het beste met ons voor, het beste met ons op het oog.

Ik ga nog even terug naar wat Wikipedia zegt over zekerheid; ‘het uitgesloten zijn van andere mogelijkheden’.
Als ik dit naast Gods liefde voor ons zet, dan is het zo: God kan niet anders dan ons liefhebben, er is geen andere mogelijkheid.
Hij kan niet anders dan ons, Zijn kinderen, liefhebben, want Hij heeft Zijn eigen Zoon overgegeven voor ons om te lijden en te sterven, en Hij heeft Hem opgewekt uit de dood zodat wij voor eeuwig met Hem kunnen leven.
Het bewijs van de zekerheid van Gods liefde voor ons ligt in het offer van Zijn Zoon.
En in deze eeuwige, altijddurende liefde voor Zijn kinderen liggen alle andere zekerheden vast en verborgen.
Zekerheden waar zij die niet geloven alleen maar van kunnen dromen.

Lieve Vader in de hemel.
Dank U wel voor Uw liefde voor mij.
Dank U wel voor de zekerheid die ik mag hebben van uw liefde voor mij.
Wat ik ook doe, wat ik ook gedaan hebt, U houdt van mij zoals ik ben, en zoals ik ben mag ik bij U komen.
Uw liefde houdt mij staande in elke omstandigheid.
Uw liefde voor mij maakt dat ik verder kan, wat er ook gebeurt in mijn leven.
Uw liefde geeft mij de zekerheid die ik nodig heb.
In Uw liefde ben ik zeker van geborgen zijn, veilig zijn, gerust.
Op Uw liefde kan ik vertrouwen, door Uw liefde is er hoop en de garantie op eeuwig leven.
In Uw liefde is mijn vastigheid, door Uw liefde is Jezus mijn Borg.
Door Uw liefde kan ik liefhebben.
Vader, hoe kan ik U ooit bedanken voor zulk een grote liefde, woorden zijn niet toereikend.
Ik kan slechts doorgeven wie U bent en ook voor een ander wilt zijn.
Vertellen van Uw grote liefde en het voorleven.
Maar ik bid U gelijk, Vader, vergeef mij waar ik faal en te kort schiet.
En dan dank ik U voor de zekerheid van vergeving die ik dan weer mag ontvangen.
Ik bid U zo, lieve Vader, voor hen die deze zekerheid niet kennen of het zich niet toe durven eigenen.
U kent onze harten, U doorgrond ze.
Laat daar waar er ook maar het kleinste verlangen is naar de zekerheid van Uw liefde, die zekerheid dat U van hen houdt, neerdalen in hun hart en leven, opdat de zekerheid van Uw liefde weer door mag werken naar het leven van een ander.
Doe ons beseffen, Vader, hoe oneindig veel U van ons houdt en hoe groot Uw liefde is voor ons.
Maak dit tot een zekerheid in ons leven waaruit wij ons leven leven.

- Amen –




Ik mag leven
vanuit de zekerheid
dat Gods liefde voor mij
nooit ophoudt te bestaan.
Vanuit deze zekerheid kan ik
in het volst vertrouwen
al mijn wegen gaan.

Ik mag leven
vanuit de zekerheid
dat die liefde
nooit tekortschiet.
Wetende dat Hij,
in elke omstandigheid,
mij, Zijn hand biedt.

Ik mag leven
vanuit de zekerheid
dat in die liefde
alle andere zekerheden
verborgen zijn.
Daarin geborgen
komt Zijn liefde
steeds opnieuw
te voorschijn.

Dit is de zekerheid van mijn leven:
Hij houdt mij met Zijn eeuwige liefde omgeven.

©Rita Klapwijk

zondag 3 juni 2012

Week 23 - Stormen

Daarom kennen wij geen angst,
al beeft de aarde,
al verzinken de bergen in zee.
Laat het water maar bruisen en schuimen,
laat de bergen maar beven onder de beukende golven.
GNB

Daarom zullen wij niet bevreesd zijn, al veranderde de aarde van plaats
en werden de bergen verzet naar het hart van de zeeën.
Laat haar water bruisen, laat het schuimen,
laat de bergen beven door haar onstuimigheid. Sela
HSV

Psalm 46:3,4

De storm beukt er op los;
de wind striemt de regen
meedogenloos in je gezicht.
De ene windvlaag na de andere
slaat tegen je aan en soms
verlies je bijna je evenwicht.

Je zou willen schuilen
op een veilige plek
tot de storm is bedaard.
Maar nergens is een schuilplaats,
er doorheen is de enige weg,
biddend, dat God je bewaart.

Terwijl het om je heen
raast en tiert,
ploeter je voort;
hopend, biddend,
smekend, dat God je ziet
en ieder gebed hoort.

Eindelijk gloort er licht
aan de horizon
en de storm gaat voorbij.
En met de warme aanraking
van de zon ervaar je:
Hij was toch steeds bij mij.

Stormen kunnen heel beangstigend zijn.
Ik denk dat we allemaal weleens een storm (groot of wat kleiner) hebben meegemaakt.
De ene storm is de andere niet, maar elke storm laat wel zijn sporen na.
Hetzij in de schade die zij achterlaat in materiële zin, of de sporen die het achterlaat in je herinnering aan angst of ontzag.
Hoewel ik nog nooit echt een hele zware storm heb meegemaakt, lig ik niet altijd even rustig in mijn bed als de voor- of najaarsstormen om ons huis gieren.
Ik hoor hoe de wind beukt tegen het dak en verwoedde pogingen doet om onze dakpannen mee te nemen.
De regen klettert en striemt en het lijkt wel alsof het een weg naar binnen wilt banen.
Het maakt me onrustig en soms ben ik een beetje bang voor de schade die eventueel kan ontstaan en vraag me gelijk af hoe dat dan allemaal weer verholpen moet worden.
Al heel gauw gaat er dan een gebed naar boven om bescherming.

Een film als ‘Perfect storm’ laat zien hoe een schip in een storm soms niets anders is dan een speelgoedbootje in een teiltje water van een kind en een programma als Storm Chasers huizen en gebouwen soms niet meer dan een legobouwwerk.

De Psalmist gaat zelfs nog een stapje verder in zijn gedachtegang.
De aarde verandert van haar plaats en de bergen, eigenlijk de meest vaste delen van de aarde, worden begraven in de zee.
Het water bruist en wordt opgezweept totdat het wildschuimend alle kanten opgaat en de bergen blijven niet roerloos staan, maar beven en trillen onder het geweld.
Wie zou hier niet bang van worden als je dit zou zien gebeuren, als deze dingen rondom je zouden gebeuren?

Maar ook in ons persoonlijk leven kunnen we de dingen die gebeuren als het ware vergelijken met stormen die woeden.
De dingen die gebeuren kunnen zo heftig zijn, dat je het idee hebt dat de grond onder je voeten beeft of weggeslagen wordt.
Berichten kunnen zijn als windvlagen, met striemende regen die in je gezicht slaat en je het zicht ontneemt.
Je wereld stort ineen als de bergen van de Psalmist in de zee.
Je beeft onder de onstuimigheid van alles wat er gebeurt.
Alles wat eens zo zeker was, is verdwenen en onzekerheid heeft haar plaats ingenomen in je leven.
Je zou net als een vliegtuig om een storm heen willen vliegen, maar er is geen uitwijk mogelijkheid.
Je zou willen schuilen tot de storm is gaan liggen, maar nergens is er een plek waar je nog veilig bent.
De storm heeft bezit genomen van je gehele leven en er is maar één weg: er door heen.

Wij hebben in ons gezin al heel wat stormen doorstaan en angst was daarin regelmatig mijn trouwe metgezel.
Maar met iedere nieuwe storm werd mijn zicht beter, de reikwijdte ervan verder en mijn trouwe metgezel, angst, verdween meer en meer.

Ik weet nog dat ik op een gegeven moment tegen God heb gezegd; ‘Heer, als er nu weer iets gebeurt, dan kan ik echt niet meer; ik heb mijn grens echt bereikt.
Ik ga er dan helemaal aan onderdoor.’
Maar toen na een korte periode van windstilte er weer een nieuwe storm in alle hevigheid losbarstte, waren er momenten waarin ik ten onder driegde te gaan, maar waar ik uiteindelijk zegevierend doorheen kwam.

Als ik nu terugkijk op de achter ons liggende jaren en vooruit kijk naar de toekomst, dan kan ik met de Psalmist zeggen: ‘Daarom zullen we niet bevreesd zijn.’
Waarom?
Daarvoor neem ik je mee naar vers 2 van deze Psalm.
“God is ons een toevlucht en vesting; Hij is in hoge mate een hulp gebleken in benauwdheden.”
Daarom!
God is ons in hoge mate een hulp gebleken in alle moeilijkheden.

Met iedere storm werd ons geloof beproefd.
Met elke storm kwam dezelfde vraag: ‘Vertrouw je op jezelf, kijk je naar de omstandigheden, of vertrouw je op Mij?’
Met elke storm waren er momenten van vallen, maar ook van opstaan;
van zondigen door ongeloof en gebrek aan vertrouwen, en van vergeving en geloof, vertrouwen ontvangen.
Met elke storm zagen we meer van Hem, waardoor ons geloof groeide.
En bij elke volgende storm ervaarden we, dat we steeds eerder en steeds meer op Hem ons vertrouwen vestigden.
In elke storm waren er momenten dat wij sidderden en beefden, maar we kozen ervoor om op God te vertrouwen, op Zijn woord, op wie Hij is en op wat Hij kan doen.
Want we hadden gemerkt en gezien dat Hij betrouwbaar is

God is ons een toevlucht en een vesting.
Hij is in hoge mate een hulp gebleken in benauwdheden.
En daarom kunnen wij zeggen: ‘Wij hoeven niet te vrezen.’

Zie in elke storm van je leven terug op vorige stormen, hoe Hij je er doorheen geholpen heeft.
Zie op wat Hij in het verleden voor je heeft gedaan.
Zie naar Zijn reddende arm die nooit te kort was.
Hij is nog steeds dezelfde.
Gisteren, heden en in de toekomst.
Vertrouw op je onwankelbare, onveranderlijke God en Vader.


Lieve Vader in de hemel, dank U wel dat U Uzelf hebt laten zien en kennen door alle stormen heen.
Dank u wel dat U dat ook steeds opnieuw zult blijven doen.
Dank U wel, dat U onveranderlijk bent, betrouwbaar en onwankelbaar.
Al verandert alles om ons heen, U blijft altijd dezelfde.
Al stort onze wereld in, al verdwijnen alle zekerheden van dit leven, U bent en blijft dezelfde onwankelbare, betrouwbare liefdevolle God en Vader.
Vader, ik bid U voor hen die op dit moment door grote stormen gaan.
Waar de wind de golven opjaagt tot een grote bedriegende massa.
Ik bid voor hen, die door de golven heen en weer geslingerd worden en op zoek zijn naar een schuilplaats, naar houvast.
Vader, ik bid U, openbaar Uzelf aan een ieder van hen, opdat zij zien mogen dat U er bij bent en hen helpt door de storm heen.
Dat U ernaar verlangt om hen sterker uit deze storm te laten komen.
U wilt ze daar bij helpen.
Vader, help waar men Uw hulp nodig heeft en voorzie in kracht als zij zwak zijn.
Vergeef en herstel, voedt en omarm, sterk en geef kracht.
In Jezus ‘Naam, opdat een ieder kan zeggen: ‘Wij zijn niet bevreesd, want onze God is ons een toevlucht en een vesting; Hij is in hoge mate een hulp gebleken in alle moeilijkheden.

- Amen -


Heer, U bent mijn toevlucht en mijn vesting,
mijn schuilplaats in elk gevaar.
Ik hoef nimmer te vrezen,
want ik weet, U bent altijd daar.

Heer, U bent mijn hulp in alle moeilijkheden,
U hebt laten zien hoe trouw U bent.
Ik hoef nimmer te vrezen,
want ik weet, dat U mij bij name kent.

Heer, U bent trouw, onwankelbaar en onveranderlijk.
Dezelfde, gisteren, heden, ja voor altijd.
Daarom hoef ik niet te vrezen,
want ik weet: U bent mij nabij in elke levensstrijd.

Gods rijke zegen 
en een liefdevolle groet,
Rita