zaterdag 24 augustus 2013

Week 35 - Overwinning

'Want ik vertrouw niet op mijn boog, mijn zwaard zal mij niet verlossen.
Maar U verlost ons van onze tegenstanders, U maakt wie ons haten, beschaamd.'
HSV

'Ik vertrouw niet op mijn boog, mijn zwaard zal mij niet redden.
U bevrijdt ons van onze tegenstanders, U stelt onze vijanden aan de kaak.'
GNB

Psalm 44:7,8


De bovenstaande teksten brengen mij in eerste instantie automatisch naar Zacharia 4:6, waar staat:
‘Niet door kracht en niet door geweld, maar door Mijn Geest, zegt de HEERE van de legermachten.’
Ik weet, deze tekst komt nogal eens voorbij in mijn schrijven, maar hij betekent dan ook heel veel voor mij. (lees ons; mijn man en mij)
Het is nog maar amper 3 jaar geleden dat we dit woord waarheid hebben zien worden in ons leven en dat heeft een onuitwisbare indruk, ik kan misschien ook wel zeggen, afdruk, achtergelaten in ons leven.

Het verhaal betreft één van onze kinderen en is te veel omvattend om in een paar zinnen weer te geven, maar het kwam er op neer, dat wij in een heftige strijd terechtkwamen met één van onze kinderen als doelwit en wij voor de keuze kwamen te staan, met het woord uit Zacharia, om te strijden met menselijke middelen of God voor ons te laten strijden.
Wij kozen voor het laatste, wat betekende dat wij gingen bidden samen met nog een paar mensen uit onze gemeente en uit onszelf geen actie ondernamen in die situatie.
Het is één van de moeilijkste perioden van mijn leven geweest, maar ook één waarin ik het meest heb geleerd.
Want het klinkt misschien heel makkelijk en het is snel neergeschreven, ‘we kozen ervoor om te gaan bidden en God te laten strijden voor ons’, maar het is één van de moeilijkste lessen geweest (tot nu toe) die wij moe(s)ten leren.
In deze periode werd er aan alle kanten aan ons getrokken, zowel door instanties als door mensen dichtbij- en verafstaand.
Het betekende ‘niet begrepen worden, goedbedoelde op- en aanmerkingen krijgen, ik zou dit, ik zou dat, je moet zus, je moet zo, …’.
Het betekende tegen mijn gevoelens ingaan, omdat Gods woord wat anders zegt dan mijn gevoel.
Het betekende vechten en strijden met God om mijn wil, mijn gedachten, ondergeschikt te maken aan die van Hem.
‘Niet mijn wil, maar Uw wil geschiede!’
Het betekende …
Nu, achteraf, kan ik zeggen: ‘Ik zou er nooit voor gekozen hebben, maar had het ook niet willen missen, hoe zwaar en moeilijk het ook is geweest en hoeveel pijn en verdriet ik ook heb gehad.’

Loslaten en vertrouwen waren –en zijn– hierin de sleutelwoorden.
Loslaten, zodat God het over kan nemen en Zijn ding kan doen.
Vertrouwen, dat Hij zal doen wat gedaan moet worden en het tot een goed einde zal brengen.
En alles op Zijn tijd en wijze!
Overgave.

Op het kalendertje wordt onderscheidt gemaakt tussen succesvol zijn en zegevieren.
Succesvol zijn staat hier voor het aankunnen van uitdagingen die vrij makkelijk zijn, zowel voor gelovigen als voor ongelovigen en zegevieren voor een overwinnend leven te midden van grote tegenstand.

‘Zegevieren betekent dat we leven als overwinnaars te midden van reusachtige tegenstand.’ *

Leven als overwinnaar.
Als ik iemand uit de Bijbel naar voren zou moeten halen als voorbeeld van iemand die een overwinnend leven leidde, dan is het voor mij Paulus.
Als ik naar zijn leven kijk, naar de omstandigheden waarin hij heeft verkeerd, naar alles wat er is gebeurd en hoe hij daarin reageerde en handelde, dan zie ik dat hij nooit de omstandigheden en de dingen die gebeurden liet heersen over wie hij was in Christus of over de bediening die hij had gekregen.
Als hij (en Barnabas) wordt bespot door eigen mensen, druipt hij niet af, maar zegt onomwonden waar het op staat en gaat verder. (Hand. 13:46,47)
Gods woord boven alles.
Hij wordt gestenigd en voor dood de stad uitgesleept, maar hij gaat terug de stad in en vertrekt pas de volgende dag. (Hand. 14:19,20)
Over doorzettingsvermogen gesproken!
Als Paulus (en Silas) in de gevangenis zit, zijn voeten vast in een blok en een kapot geslagen rug van de stokslagen, zingt en bidt hij tot eer van God. (Hand. 16:25)
Hij doet wat hij zegt: Wees altijd blij; bidt zonder ophouden; dank onder alles.
Gevangenschap en verdrukking vreest hij niet; aan zijn leven hecht hij geen waarde, zolang hij maar de taak kan volbrengen die de Here Jezus hem heeft opgelegd. (Hand. 20:22-24)
Hij laat zich niet door mensen weerhouden om te doen wat hij moet doen, hoezeer zij hem ook proberen te overreden. (Hand. 21:13,14)

Het leven van Paulus is vanaf het moment dat hij tot geloof komt in de Here Jezus een aaneenschakeling van moeiten, problemen, vervolging, gevangenschap enz.
Een leven gekenmerkt door lijden om de Naam van de Here Jezus. (Hand. 9:15,16)
Alles heeft hij gekend en alles kon hij aan doordat hij leefde vanuit de kracht van de Here Jezus.
(Fil. 4:13)

De kern ligt dus in het weten en leven vanuit wie we zijn in Christus.
Voor de één lijkt dit makkelijker te zijn en te gaan dan voor de ander.
Als ik naar het leven van Paulus kijk, alles zo lees, dan lijkt het alsof het hem allemaal zo makkelijk afgaat.
Alsof de dingen die gebeuren hem niets doen, totaal geen invloed hebben op zijn zelfvertrouwen, zijn gevoelens en zijn taak.
Zijn liefde en toewijding aan Jezus omvat alles.
‘Maar in dit alles –honger, verzadigd zijn, vervolging, spot, steniging, gevangenschap, tekortkomen, overvloed– zijn wij meer dan overwinnaars!’ (Rom. 8:37)
Nergens lees je in het leven van Paulus iets over gevoelens van neerslachtigheid, onzekerheid, twijfel, moedeloosheid, opgeven, of iets dergelijks, en dat terwijl hij toch wel zoveel heeft meegemaakt.

In 1 Thess. 5:12-22 geeft Paulus nog aanwijzingen aan de Thessalonicenzen, en dus ook aan ons.
Het zijn echter allemaal dingen waarbij Paulus niet spreekt over, als je je zo en zo voelt moet je dat doen, nee, hij zegt ons om het gewoon te doen.
Altijd en in alle omstandigheden en ongeacht hoe we ons voelen, en hijzelf was daarin het voorbeeld.

Een overwinnend leven is dus geen leven van gevoel, maar van keuzes maken.
En heel vaak volgt dan het gevoel, niet andersom.
Ik kan me niet voorstellen dat Paulus en Silas zich erg prettig en blij hebben gevoeld met hun voeten in een blok en een kapotte, en dus zeer pijnlijke, rug van de stokslagen.
Het was ook nacht, dus ze zullen ongetwijfeld ook erg  moe zijn geweest, maar hoe hadden ze moeten slapen met hun voeten in zo’n blok en zoveel pijn?
Ze hadden zich ook bij elkaar kunnen beklagen; of zich kunnen overgeven aan zelfbeklag, of boos worden op God omdat Hij dit toeliet, terwijl ze toch …
Niets van dit alles doen ze, ze kiezen ervoor om te zingen en te bidden!

Persoonlijk moet ik toegeven dat ik de neiging heb om mij over te geven aan wat ik voel; het is een voortdurende strijd in mijn leven. 
En soms kies ik er zelfs heel bewust voor om mij over te geven aan mijn negatieve gevoelens, aan zelfbeklag, zelfmedelijden, waarom’s, vermoeidheid, opgeven.
Ik weet dat het niet goed is en toch doe ik het soms, alsof ik God een hak wil zetten omdat Hij steeds weer al die moeilijkheden toelaat.
Het enige dat ik ermee bereik is dat ik in een neerwaartse spiraal kom en het nog meer moeite kost om daar weer uit te komen.
Ik weet dit en toch …
Een mens kan soms zo moe zijn van het vechten, het altijd maar weer moeten vechten …
Iedere dag dezelfde moeilijkheden om het hoofd te bieden, iedere dag dezelfde onzekerheden, iedere dag dezelfde strijd, iedere dag …
Soms even rust, en soms volgt het één op het ander.
Toch durf ik ook van mijzelf te zeggen dat ik ook heel erg gegroeid ben in mijn strijden tegen mijn gevoelens, en om juist die dingen te doen waarvan ik weet dat ze goed zijn en me juist sterk en krachtig maken.
Mijn geloof groeit en wordt standvastiger.
De heftige strijd, waar ik het over had in het begin, is daar een voorbeeld van.
Hoewel met vallen en opstaan, leren doe ik en van daaruit komt de groei.
Nee, ik durf van mijzelf niet te zeggen dat mijn leven echt een leven van overwinning is, eerder maar dat ik lerende ben en me uitstrek naar steeds meer overwinning in mijn leven.

Leven vanuit wie ik ben in Christus.
Leven vanuit Zijn kracht; Zijn opstandingskracht.
Leven met mijn blik op Hem gericht in elke omstandigheid.
Leven vanuit dankbaarheid om wat Hij zegt en gedaan heeft.
Leven vanuit de zekerheid dat niets mij van Hem kan scheiden.
Leven vanuit de blijdschap om wie Hij is en voor mij wil zijn.
Leven, ziende en vertrouwende op Hem en niet op mijn eigen kracht en kunnen.

Als ik de zin nog eens na lees ‘Zegevieren betekent dat we leven als overwinnaars te midden van reusachtige tegenstand’, dan moet me nog één ding van het hart; iets over die ‘reusachtige tegenstand’.
Ik geloof namelijk dat reusachtige tegenstand niet alleen die dingen zijn die in het leven van Paulus gebeurden, of zoals bijvoorbeeld vervolging in Irak of Indië.
Reusachtige tegenstand hoeven we geloof ik niet alleen te zien als iets wat in het algemeen door mensen als groot wordt gezien.
Ik geloof dat reusachtige tegenstand niet voor iedereen hetzelfde is.
Wat de één als reusachtig ervaart, kan voor een ander een peulenschil zijn.
Waar de één worstelt en vecht, valt en weer moeite moet doen om op te staan, kan de ander met grote vraagtekens naar kijken.
Zegevieren is Hem prijzen in een lied, te midden van pijn en verdriet.
Zegevieren is danken te midden van onzekerheid.
Zegevieren is liefhebben en vergeven die jou pijn doen of hebben gedaan.
Zegevieren is ’s morgens opstaan, terwijl alles in je zegt: geef maar op.
Reusachtige tegenstand kan voor ons allemaal iets anders zijn.
Laten we ons dus niet verkijken op het leven van een ander en ons minder voelen.
God kent een ieder van ons en Hij weet hoeveel ons soms iets kost.
Het penningske van de weduwe was meer waard dan de grote gift van de rijke, het gebed van de tollenaar had meer waarde dan het gebed van de Farizeeër, de minste is in Gods koninkrijk het meeste.

Wel weet ik dat zegevieren, overwinningen in ons leven, hand in hand gaan met het luisteren naar wat God zegt, met het in praktijk brengen van wat Hij zegt, het proclameren wat Hij zegt.
Zonder Zijn woord, zonder gebed, zonder relatie met Hem, zonder Hem, kunnen we niet zegevieren.
Jezus is de sleutel naar een leven in overwinning, want in Hem, en Hem alleen, zijn wij meer dan overwinnaars.

* Citaat kalendertje


Lieve Vader in de hemel, ik verlang zo naar een overwinnend leven, naar een leven waarin wat U zegt boven mijn gevoelens en gedachten staat.
Waarin niet mijn omstandigheden regeren en het voor het zeggen hebben, en de gevoelens die daar uit voortkomen, maar wat U zegt, wat U beloofd, het vooruitzicht op wat mij wacht.
Eigenlijk, lieve Vader, weet ik het allemaal precies, maar wat is de praktijk moeilijk.
Dank U wel, voor uw geduld met mij in dat proces van leren leven in de overwinning.
Dank U wel, voor Uw liefde voor mij, Uw onvoorwaardelijke liefde.
Dank U wel, voor Uw genade!
Dank U wel, dat U alles wat er in mijn leven gebeurt, doet medewerken ten goede.
Uit alles wat er gebeurt kunt U iets goeds, iets moois, iets leerzaams, doen voortkomen als wij daar open voor staan, het toelaten.
Dank U wel, voor Uw bemoeienis met mijn leven; dat U mij niet in de steek laat of opgeeft als ik val, en val, en val, en …
Maak mij sterk en krachtig, Vader.
Laat de overwinning van Uw Zoon, onze Here Jezus Christus zichtbaar worden en zijn in mijn leven.
In Jezus’ Naam.

 - Amen -


In Hem ben ik meer dan overwinnaar;
in Zijn kracht kan ik alles aan.
Door Hem is niets onmogelijk;
Hij is mij in alles voorgegaan.


Overwinnend leven is loslaten
zodat Hij het kan overnemen
en doen wat gedaan moet worden.
Overwinnend leven is vertrouwen
dat Hij doet wat gedaan moet worden
en het tot een goed einde zal brengen.
Overwinnend leven is geloven en leven
vanuit het feit dat Zijn woord ‘ja en amen’ is
en onze kracht en sterkte.

Overwinnend leven is keuzes maken
boven ons voelen en denken,
ongeacht wat het ons kost.
Overwinnend leven is niet opgeven,
ook als alles in ons slechts zucht:
laat maar, ik kan niet meer.
Overwinnend leven is de wedloop lopen
om de eindstreep te behalen
en in ontvangst te nemen
de prijs die ons wacht.


Gods rijke zegen
en een liefdevolle groet,
Rita


'Maar God zij gedankt die ons de overwinning geeft
door onze Heer Jezus Christus!'

1 Korinthe 15:57


zondag 18 augustus 2013

Week 34 - Gebed

 Daarom bidden wij ook altijd voor u dat onze God u de roeping waard acht en Hij al het welbehagen van Zijn goedheid en het werk van het geloof met kracht volbrengt, …'
HSV

'Met het oog hierop bidden we voortdurend, dat onze God u waardig keurt voor het leven waartoe Hij u roept.
Moge Hij door Zijn macht ervoor zorgen dat u al uw goede voornemens kunt uitvoeren en dat alles wat u op grond van uw geloof doet, tot volle ontplooiing komt.'
GNB

2 Thessalonicenzen 1:11


‘Een gebedsloos leven is een krachteloos leven, …’ *

Gebed is een wezenlijk onderdeel van het leven van iedere gelovige; tenminste, dat hoort het zijn.
(en dan gaat het niet om de lengte van een gebed, of hoe prachtig het al dan wel of niet  klinkt)

Iedere relatie, of het nu tussen man en vrouw is, ouder/kind, vrienden, werkgever/ werknemer, in onze kerkelijke gemeente of …, iedere relatie staat of valt met hoe de onderlinge communicatie is.
Hoe beter de onderlinge communicatie, hoe beter de verhoudingen en/of de prestaties
zijn.
Duidelijk mag zijn dat communicatie natuurlijk zowel spreken als luisteren inhoudt.
(nog veel meer factoren spelen een rol in een goede communicatie, maar het zou te ver gaan om dat allemaal te beschrijven)
Eén ding is in ieder geval zeker, een goede communicatie tussen mensen onderling, in welke verhouding of hoedanigheid ze ook met elkaar te maken hebben, is van wezenlijk belang.
Als dus communicatie tussen mensen al zo belangrijk is, hoeveel te meer is het dan niet belangrijk tussen God en ons.
God, Die onze Schepper is, onze Maker, onze Vader.

Gebed is onze communicatie met God.
Bidden brengt ons in contact met God.
Gebed in het leven van een christen is daarom eigenlijk net zo belangrijk als de zuurstof in de lucht die we inademen om te kunnen leven.

Als we kijken naar het leven van de Here Jezus dan zien we hoe ontzettend belangrijk gebed is.
Op verschillende plaatsen lezen we hoe Hij Zich terugtrok om te bidden.
Met dat ik hierover aan het lezen ben, dringt zich opnieuw een intens diep besef op van hoe belangrijk dit contact met Zijn Vader voor Hem was.

Mattheüs 14:22,23, 25 – 'Jezus zei Zijn leerlingen dat ze in de boot moesten stappen om alvast naar de overkant te varen. Hij zou intussen de mensen naar huis sturen. Toen Hij dat gedaan had, ging Hij de berg op om er te bidden zonder dat er anderen bij Hem waren. De avond viel en Hij was daar alleen. … In de nanacht kwam Hij naar de leerlingen toe, …'

Lucas 6:12 - '… De hele nacht bad Hij tot God …'

Hoe moe Jezus ook was, en reken maar dat Hij moe was aan het einde van een dag, toch verkoos Hij om niet te gaan slapen, maar om de berg op te gaan en te bidden.
Soms zelfs de gehele nacht!
Natuurlijk bad Hij ook gedurende de dag, want er was niets dat Hij deed zonder Zijn Vader, maar daarnaast nam Hij de tijd om echt helemaal alleen te zijn met Zijn Vader ongeacht hoe moe Hij ook was.

Als ik kijk naar het leven van de Here Jezus, naar wat Hij allemaal deed, dan denk ik dat Hij het ook alleen maar kon doen en kon volhouden omdat Hij voortdurend in contact was met Zijn hemelse Vader.
Zijn kracht kwam van boven!
Zijn kracht kwam door gebed!
Zijn kracht kwam door het voortdurende contact dat Hij had met Zijn Vader!
Hij kon doen wat Hij deed door Zijn voortdurende contact met Zijn Vader!

Hieraan kunnen wij zien hoe ontzettend belangrijk gebed is!
Want als het voor de Here Jezus belangrijk was, zal het dan voor ons ook niet zo zijn?!
Ik denk alleen niet, dat de Here Jezus met een hele waslijst met wensen bij Zijn Vader kwam.
In de Bijbel lezen we dat Hij altijd en in alles de wil zocht van Zijn Vader, dus ik geloof met heel mijn hart dat dat ook hetgeen was wat Hij deed als Hij alleen was met Zijn Vader.
Zijn relatie met Zijn Vader was gekenmerkt door wederzijdse onvoorwaardelijke liefde; innig, diep, en vol vertrouwen.

Als ik een menselijke voorstelling zou maken van die momenten met Zijn Vader, gebaseerd op wat de Bijbel zegt over de Here Jezus, dan zie ik Hem in gedachten de berg opklimmen tot Hij een mooi, beschut en rustig plekje heeft gevonden.
De avond valt en het wordt donker.
De sterren schitteren aan de hemel, terwijl de maan de ene keer de omgeving verlicht en een andere keer alles in donker hult.
Het enige geluid is het geluid van de nachtdieren op zoek naar voedsel, of van de wind die ruist door het aanwezige struikgewas.
Hij gaat zitten met Zijn rug tegen de bergwand.
Terwijl Zijn blik omhooggaat, voorbij de sterren, voorbij de melkwegstelsel, voorbij …, drinkt Hij de rust en vrede van dit stille samenzijn met Zijn Vader in.
Zijn vermoeide lichaam en geest komen tot rust in de vredige stilte van dit samenzijn en Hij koestert Zich in de warmte van de liefde van Zijn Vader.
Niets telt meer dan alleen dit samenzijn, dit samensmelten van Zijn Geest met die van Zijn Vader, de wil van Zijn Vader en Zijn wil.
Als Hij dan gaat spreken komt er geen woord over Zijn lippen over hoe de mensen wel niet tegen Hem deden, wat ze over Hem hebben gezegd die dag, wat ze hebben gedaan.
Ik hoor geen klagen over drukte, duwen en pushen.
Over hoe moe Hij wel niet is van al die vragen van de mensen, hun smekingen om genezing, hun onhebbelijkheden, hun …
Nee, geen van deze dingen hoor ik.
Hij bidt en pleit, Hij smeekt, Hij doet voorbede voor de mensen die Hij ontmoet heeft en nog zal ontmoeten.
Het ene moment zit Hij nog tegen de bergwand aangeleund, terwijl Hij het volgende moment geknield ligt.
Ik hoor Hem vragen: ‘Wat is Uw wil in deze dingen, Vader, wat mag Ik zeggen, wat mag Ik doen? Waarmee maak Ik U blij? Waarmee maak Ik U gelukkig? U, U, U …’
Er zijn grote, lange momenten van stilte waarin voor ons mensen niets anders hoorbaar is dan de wind en de geluiden van de nacht, maar waarin Hij in Zijn hart de woorden van Zijn Vader gelegd krijgt.
Waarin Zijn Vader Hem laat zien wat Hij mag doen; wat Zijn wil is.
De nacht gaat voorbij, de zon verschijnt aan de horizon.
Hij komt overeind, strekt Zich uit terwijl Zijn blik, gekenmerkt door intense vrede en rust, naar boven gaat.
‘Dank U, Vader, Uw wil geschiede.’
Hij loopt de berg af en gaat terug naar Zijn discipelen en de mensen die op Hem wachten; die Zijn Vader heeft voorbestemd om Hem te ontmoeten.
Hoewel het voor mij als mens onmogelijk is om te begrijpen hoe je na de slapeloze nacht  productief kunt zijn, niet chagrijnig of zelfs maar een beetje humeurig, nog steeds vol belangstelling en liefdevolle bewogenheid, aandacht en tijd voor iedereen die op je pad komt, alsof je het klokje rond heb geslapen en dus heerlijk uitgeslapen bent, weet ik, dat Hij meer verkwikt is dan ik ooit zal zijn na de beste nachtrust.

Gebed, zoveel meer dan wat wij er vaak van maken.
Zo veel kostbaarder en waardevoller dan wij vaak beseffen.
De reikwijdte zoveel groter en verder dan wij ook maar kunnen vermoeden.

Na deze woorden nam ik even een kleine pauze in het schrijven; mijn hondje gaf aan dat ze wat moest doen, dus …
Maar terwijl ik met haar naar buiten ga, bemerk ik de diepe en intense rust en vrede die in mij is.
De vermoeidheid, die mij de laatste weken teistert, is weggevallen met het schrijven van de bovenstaande woorden en meer dan ooit besef ik de waarheid die ligt in Zijn woorden: Komt tot Mij allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal je rust geven.
In Zijn nabijheid, in Zijn aanwezigheid, raken de problemen, moeiten en zorgen, de vermoeidheid van de warmte en het slechte slapen op de achtergrond en Zijn liefde verkwikt mijn vermoeide ziel en lichaam.
Met het schrijven van mijn menselijke voorstelling van die momenten van Jezus met Zijn Vader, klom ik als het ware samen met Jezus de berg op en vertoefde met Hem in de heerlijke  nabijheid van de Vader.
Ik ben er stil van en een glimlach ligt om mijn mond.
Zo bijzonder, zo kostbaar, dat ik het even moet vertellen.

Ik bemerk ook dat ik geen andere woorden meer heb om hier aan toe te voegen, het is (voor nu) genoeg.
Alsof God zegt: hier draait het om; dit is het belangrijkste.
Komen bij Mij, en alles wat je zo bezighoudt, bij Mij vandaan wil trekken, loslaten.
Alleen zijn bij Mij.
Alleen met Mij.
Alleen Ik.
Alleen Mijn wil.


Lieve Vader in de hemel.
We mogen met alles bij U komen.
We mogen U alles vertellen wat ons bezighoudt, al onze zorgen, noden, moeiten, pijn en verdriet.
Onze boosheid en frustraties, bitterheid en haat.
Alles, echt alles mogen en kunnen we met U delen, maar belangrijker zijn de momenten dat wij zwijgen, zodat U kunt spreken.
De ene keer betekent dit een woord uit de Bijbel dat U aan ons geeft, een andere keer een lied, of u vult door Uw Geest onze gedachten met Uw gedachten, en soms is het stil, gewoon stil en mogen we tot rust komen bij U, of schuilen.
‘Jullie Vader weet immers wat jullie nodig hebben, nog vóór jullie het hem vragen.’
Voortdurend in contact blijven met U, Vader, is wat belangrijk is.
En dat betekent niet alleen door kleine gebeden gedurende de dag, of bij het opstaan of voor het slapen gaan, voor en na het eten, maar ook tijd nemen, tijd maken, zoals U, Heer Jezus deed, om alleen e zijn met onze Vader in de hemel.
We weten het vaak wel, Heer, we weten het, maar laten ons soms zo in beslag leggen door de dingen die we ‘moeten’ doen en voor we het weten is het bedtijd en gaan we, na een kort gebed gauw slapen, want morgen is het weer vroeg dag.
Vergeef ons, Vader, dat we U, maar ook onszelf, daarmee zo te kort doen.
Vergeef ons en doe ons toch beseffen dat U onze kracht bent, en dat meer gebed, ons leven krachtiger maakt.
Vergeef ons zo, en leer en help ons, in Jezus’ Naam.

- Amen -


Gebed is opklimmen tot de troon van genade;
gewoon zoals je bent en in alle vrijmoedigheid.
Alles loslaten, even laten zijn voor wat het is,
en je richten op Hem, op Zijn aanwezigheid.

Ziende op Hem, vertoeven in Zijn nabijheid,
is de beste plaats voor het vermoeide hart.
Kom, en laat nu toch alles voor wat het is
en vind die rust en vrede aan Zijn Vaderhart.


Gods rijke zegen 
en een liefdevolle groet,
Rita

zondag 11 augustus 2013

Week 33 - Discipline

'Mijn zoon, verwerp de vermaning van de HEERE niet
en heb geen afkeer van Zijn bestraffing.
Want de HEERE straft wie Hij liefheeft,
zoals een vader doet met de zoon die hij goedgezind is.'
HSV

'Laat je door de Heer terechtwijzen, mijn zoon,
kom niet in opstand, als Hij je straft.
De Heer straft van wie Hij houdt,
zoals een vader zijn zoon die hij liefheeft.'
GNB

Spreuken 3:11,12


Discipline, straf, oordeel …
Met het woord discipline had ik in eerste instantie een heel andere betekenis voor ogen en snapte even niet wat discipline met dit alles te maken had.
Maar ja, discipline is meer dan alleen jezelf aan het werk zetten, en dat was ik even vergeten.
Discipline is ook tucht en onderwerping.

Ik moet wel zeggen dat ik bij het woordje tucht nog steeds een beetje de kriebels krijg.
Tucht, ook wel afstraffing of heel ouderwets kastijding genoemd, roept immers niet echt prettige gevoelens op en het is ook niet iets waar je (doorgaans) naar uitkijkt.
Al met al eigenlijk niet echt een prettig onderwerp om over te moeten nadenken of schrijven.
Met alles wat we allemaal al hebben meegemaakt (en nog) ben ik een mens geworden die er naar verlangt om te bemoedigen.
Gods woord staat vol bemoedigende woorden, vol bemoedigende beloften en hoe heerlijk is  het niet om die op te zoeken, er over te lezen, na te denken, ze eigen te maken, ze op te schrijven.
Hoeveel kracht put ik er niet uit om alles aan te kunnen, om te kunnen doorgaan, hoop te houden.
Discipline (tucht), straf en oordeel zijn dan eigenlijk wel de laatste dingen waar ik me mee bezig wil houden.
Zeker gezien ook de negatieve klank dat het woord tucht door vroeger heeft gekregen.
Met dit schrijven buitelen dan ook een mengeling aan gevoelens en gedachten over elkaar heen, terwijl herinneringen boven komen.
Maar ik wil mijzelf hierin niet verliezen, en richt me op het positieve dat in discipline ligt.

‘Laat je door de Heer terechtwijzen, mijn zoon(mijn dochter), kom niet in opstand, als Hij je straft.
De Heer straft van wie Hij houdt, zoals een vader zijn zoon die hij liefheeft.’

‘De Heer straft van wie Hij houdt,
zoals een vader zijn zoon die hij liefheeft.’

In gedachten hoor ik een kind, dat terechtgewezen wordt, tegen zijn vader/moeder zeggen: Je houdt helemaal niet van mij; en ik zie hem vervolgens wegrennen naar zijn kamertje en huilend op bed neer te vallen.

Op de één of andere manier lijken wij mensen de neiging te hebben (of is dat alleen maar in mijn hoofd zo?) om in te vullen, dat als iemand ons terechtwijst of corrigeert, wij als persoon worden afgewezen.
‘Zie je wel, ze moeten me niet’, of zoals het kind in het voorbeeld, ‘zie je wel, hij/zij houdt niet van me, want anders zou ze dat niet zeggen of doen’.
Alsof houden van iemand betekent dat je dan alles maar moet accepteren of goedvinden.

Ik ben ook bang dat wij mensen doorgaans niet zo heel erg goed zijn in het op de juiste manier –in en uit liefde- terechtwijzen.
Ik ben bang dat wij ons veelal laten leiden door onze emoties.
Op rustige en liefdevolle wijze onze kinderen (of een ander) terechtwijzen en corrigeren, valt niet altijd mee.
Ik weet niet hoe het met jou is, maar toen mijn kinderen nog klein waren, reageerde ik niet altijd op liefdevolle wijze, hoeveel ik ook van ze hield(houdt).
Soms namen boosheid of frustraties, of beiden, de overhand en strafte ik daar vanuit in plaats van uit het feit dat ik van hen houd en het beste met hen voor heb.
Dan kwam er op dat moment echt geen liefde aan te pas en ik heb daardoor ook wel sorry tegen mijn  kinderen moeten zeggen en om vergeving moeten vragen, omdat ik besefte dat mijn wijze van handelen verkeerd was.
Hoewel het op dat moment op z’n plaats was om ze terecht te wijzen en ze te straffen, liet de manier waarop soms geheel te wensen over.

Ik denk ook dat er veel beschadigde mensen rondlopen; mensen die een verwrongen beeld hebben gekregen van God door de manier waarop hun ouders met hen omgingen en hen behandelden.
Misschien geldt dit voor vaders nog wel het meest, daar God Zichzelf voorstelt als Vader en ons als Zijn kinderen.
We hebben als mens toch de neiging onszelf of de ander te spiegelen aan iets of iemand.
Dus als we een vader hebben gehad(of hebben) die ons mishandelde, bij het minste geringste sloeg, of opsloot, of …, dan hebben we waarschijnlijk een heel ander beeld van God als Vader dan degenen wiens vader zorgzaam en liefdevol was(is) en die tijd nam om met zijn kinderen te praten en dingen uit te leggen.
En er kan heel wat tijd en strijd overheen gaan, voordat we God niet meer zien als onze aardse vader, maar het juiste beeld van Hem krijgen, namelijk een Vader die vol liefde is, zorgzaam, ons beschermt, ons troost als we verdriet hebben, naar ons luistert.
Een Vader, die als Hij ons terechtwijst, dit doet omdat Hij van ons houdt, omdat Hij het beste met ons voor heeft en niet omdat Hij er plezier in heeft om ons pijn te doen, of omdat Hij Zich af moet reageren op ons, of het leuk vindt om ons dingen te verbieden of juist te laten doen.
Het juiste beeld hebben van God als Vader is cruciaal om de woorden uit Spreuken te kunnen aannemen.
Dit kan betekenen dat we misschien alle gedachten, gevoelens en ideeën die we hebben over hoe een vader is, opzij moeten zetten en opnieuw moeten gaan kijken naar wat de Bijbel zegt en laat zien over God.
De beste manier om dat te doen, is door te gaan kijken naar het leven van de Here Jezus, naar Zijn relatie met Zijn Vader, hoe Zij met elkaar omgingen(gaan).

Hun relatie is een relatie die gekenmerkt wordt door een innige verbondenheid van jongs af aan.
‘Waarom hebt u naar Mij gezocht? Wist u niet dat Ik moet zijn waar Mijn Vader is?’ (Lucas 2:49)
Door intiem contact, steeds opnieuw.
Heel vroeg – het was nog donker – stond Jezus op en ging naar buiten. Hij ging naar een eenzame plek om er te bidden. (Marcus 1:35)
‘Toen Hij afscheid van de mensen had genomen, ging Hij de berg op om er te bidden.’
(Marcus 6:46)
Door gehoorzaamheid.
… Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt. (Mattheüs 26:39)
Een relatie waarin Jezus bevestigd werd door Zijn Vader in wie Hij was.
Hoor hoeveel liefde en trots (in de goede zin van het woord) er doorklinkt in de woorden van Zijn Vader: ‘Jij bent Mijn geliefde Zoon, de man naar Mijn hart!’  (Lucas 3:22)
Hoor hoe Jezus wist wie Hij was en dat Hij geliefd was door Zijn Vader, deed wat Zijn wil was en alles wat Hij daarvoor nodig had van Zijn vader ontving:
‘Ik verzeker u,’ zei Jezus tegen hen, ‘de Zoon kan niets doen vanuit Zichzelf; Hij doet alleen wat Hij de Vader ziet doen. Wat Hij doet, doet de Zoon ook. Want de Vader heeft de Zoon lief en laat Hem alles zien wat Hij Zelf doet ...’ (Johannes 5:19,20)

Het gebed van de Here Jezus in Johannes 17, vlak voor dat Hij wordt gearresteerd, is één van mijn  favoriete Bijbelgedeelten.
Ik ben zo onder de indruk van wat Jezus hier bidt.
Wat er allemaal niet in door klinkt!
Hier doet onze ‘grote Broer’ voorbede voor jou en mij bij onze Vader.
Hier zien we de perfecte relatie tussen de Vader en de Zoon.
Hoor het vertrouwen.
Proef de onderlinge liefde.
Ervaar de geborgenheid.
Hoor de bevestiging.
Proef de bewogenheid.
Ervaar de bescherming.
Zie de kracht die Zijn deel is door deze verbondenheid.

God, de Vader.
Abba, papa.

U hebt de Geest niet ontvangen om opnieuw als slaven in angst te leven, u hebt de Geest ontvangen om Gods kinderen te zijn, en om Hem te kunnen aanroepen met ‘Abba, Vader’.  (Romeinen 8:15)
Zijn Vaderliefde en zorg reiken verder dan de grootste en diepste liefde die wij ooit voor onze kinderen of anderen, kunnen hebben of voelen.
Onze liefde is kwetsbaar en breekbaar, onderhevig aan emoties, aan dingen die gebeuren of die mensen ons aandoen.
Gods liefde niet.
Gods liefde is onwankelbaar en steeds overvloedig.

Als dan het woord uit Spreuken tot ons komt, hoeven we er geen nare en vervelende gevoelens of gedachten meer bij te krijgen.
Dan kunnen we ook dit woord van God aannemen en zelfs koesteren, want in die terechtwijzing of straf, ligt een liefde geborgen die ons verstand te boven gaat.


Lieve Vader in de hemel.
Kreeg ik aan het begin de kriebels bij de woorden discipline, tucht, terechtwijzing, straf en oordeel, hoe anders is het waar ik nu eindig: geborgen in Uw Vaderliefde.
Geen angst, want U houdt van mij en hebt het beste met mij voor.
U houdt van mij en wijst mij daarom terecht waar dit nodig is
Straft U, maar nooit om pijn te doen, te kwetsen of omdat U er behagen in schept.
U wijst mij niet af, maar wil mij zo graag dicht bij U houden in een innige liefdevolle Vader-kind relatie, en daar is soms discipline voor nodig.
Lieve Vader, laat mij zien en onderkennen, waar U mij terechtwijst of straft om mij weer op de goede weg te brengen.
Ik belijd U, Vader, dat ik daar niet echt voor open stond; vergeef mij.
Hier ben ik, Vader, bereid om gehoorzaam Uw weg te gaan, Uw wil te doen.
Ik verlang naar Uw totale liefde!
Ik weet nu, ik ben ook veilig en geborgen, liefdevol omgeven als U mij terechtwijst of straft.
Ik prijs Uw Naam!
Halleluja!

- Amen -


Vrees niet, Mijn kind,
als Ik je terechtwijs of straf.
Ik houd van jou
en heb het beste met je voor.
Ik kan niet zo maar alles toelaten,
je alles maar laten doen
wat jij zo graag wilt,
of je alleen dat vertellen
wat jij graag hoort.
Het is niet goed voor je,
je zal er niets van leren,
noch zal het jou
dichter bij Mij brengen.
Aanvaard Mijn terechtwijzingen,
kom niet in opstand als Ik je straf,
Ik doe er immers alles aan
om jou veilig THUIS te brengen.


Gods rijke zegen 
en een liefdevolle groet,
Rita

zondag 4 augustus 2013

Week 32 - Voor het eerst in twee jaar geen stukje ...

Helaas, deze week geen stukje.
Door een onverwachte ziekenhuisopname van mijn oudste zoon en mijn zorg die daar omheen nodig was, was ik niet in de gelegenheid om deze week mijn stukje te schijven.

Wel bid ik een ieder voor de komende week Gods rijke zegen toe en zo de Heer wil en wij leven, tot volgende week.

Een liefdevolle groet,
Rita.