Weet dat satan heeft geëist jullie te ziften als koren in een zeef.
Maar Ik heb voor je gebeden dat je geloof je niet in de steek zou laten.
En jij moet, als je eenmaal tot inkeer bent gekomen, je broeders moed inspreken.
GNB
En de Heere zei: Simon, Simon, zie, de satan heeft u allen opgeëist om te ziften als de tarwe.
Maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt. En u, als u eens tot inkeer gekomen bent, versterk dan uw broeders.
HSV
Lucas 22:31,32
Heer, het ging weer mis,
opnieuw heb ik gefaald.
Het lijkt nog maar zo kort geleden
dat ik een ‘overwinning’ had behaald.
Wat voelde ik mij toen sterk,
en ervaarde ik U van zo dichtbij.
En nu, ineens, als uit het niets,
lijkt dit alles helemaal voorbij.
Een nederlaag heb ik geleden,
ik tuinde met open ogen in satan’s val.
Ik voel me zwak, ziek en misselijk,
als was ik gevallen in een heel diep dal.
Ik voel me zo’n mislukkeling,
Heer, wat heeft U nog aan mij?
Hoeveel geduld hebt U nog?
Blijft U ook nu nog aan mijn zij?
Vanaf grote afstand ziet Petrus hoe zijn Meester naar het huis van de hogepriester wordt gebracht en voorzichtig volgt hij Hem de binnenplaats op.
Midden op de binnenplaats wordt een vuur aangelegd en iedereen gaat erom heen zitten.
Petrus voegt zich bij hen en gaat tussen hen in zitten.
Het schijnsel van het vuur verlicht zijn gezicht en ineens klink er een stem.
Een dienstmeisje kijkt hem scherp aan en zegt: ‘Die man was ook bij Hem.’
Petrus schrikt: ‘Nee, nee, echt niet, ik ken die man niet.’
En hij schuift een beetje opzij de andere kant op, zodat ze hem niet goed meer kan zien.
Stilletjes wacht hij af wat er gaat gebeuren.
Maar dan ineens klinkt er opnieuw een stem.
‘Hé, jij bent toch ook één van hen?’
Verdraaid.
‘Nee man, dat ben ik niet; je verward me met iemand anders.’
Petrus voelt zich knap ongemakkelijk.
Hij wil hier blijven, maar ze maken het hem wel moeilijk zo.
Een diepe zucht ontsnapt uit zijn binnenste, terwijl hij weer een beetje gaat verzitten.
Nog geen uur later klinkt het voor de derde keer: ‘Ja, het is wel waar, die man hoort wel bij Hem, want hij is ook een Galileeër.’
Kribbig antwoordt Petrus: ‘Man, doe normaal. Ik weet echt niet waar je het over hebt. Ik ken Hem niet!’
En met dat Petrus dit zegt, hoort hij een haan kraaien.
De Here Jezus draait Zich om en kijkt Petrus aan.
Als Petrus de blik van Zijn Heer ziet en de haan hoort kraaien, herinnert hij zich wat de Heer gezegd had.
… Nog voor de haan driemaal gekraaid zal hebben, zul je Mij driemaal verloochend hebben …
Diepe pijn welt op in zijn hart en hij rent weg naar buiten.
Tranen van spijt, van verdriet, van berouw, rollen over zijn wangen.
Hij huilt zoals hij nog nooit heeft gehuild.
Was het echt nog maar zo kort geleden dat hij gezegd had, dat hij bereid was de gevangenis in te gaan voor Zijn Heer?
Was het echt nog maar zo kort geleden dat hij bereid was geweest om te sterven voor zijn Heer.
Waren dat niet zijn eigen woorden?
Ohhh, een diep gekreun stijgt op vanuit het diepst van zijn hart.
Wat moet zijn Meester wel niet van Hem denken?
Hoe heeft hij Hem dit kunnen aandoen?
Hij houdt zoveel veel van Hem en toch is dit gebeurd …
Steeds opnieuw ziet hij de blik van zijn Heer.
Steeds opnieuw ziet hij hoe die ogen hem aankijken.
En in zijn oren hoort hij steeds opnieuw het kraaien van de haan.
Hij krimpt ineen.
Diep berouw maak zich van hem meester en het maakt hem heel klein.
…..
Na de middagmaaltijd kijkt de Here Jezus Simon Petrus aan en vraagt ineens:
‘Simon, zoon van Jona, hou je van Mij meer dan alle anderen?’
Van binnen bij Petrus gebeurt er van alles terwijl hij antwoordt: ‘Ja, Heer, U weet dat ik van U houdt.’
‘Hoed dan Mijn lammeren,’ zegt Jezus.
Dan klinkt het opnieuw uit de mond van Jezus: ‘Simon, zoon van Jona, heb je Mij lief?’
Petrus kijkt zijn Heer aan en zegt: ‘Heer, U weet dat ik van U houdt.’
En Jezus zegt: ‘Hoed dan Mijn schapen.’
Dan klinkt het voor de derde keer: ‘Simon, zoon van Jona, houdt je van Mij?’
Diepe droefheid maakt zich van Petrus meester.
Voor de derde keer vraagt zijn Heer dit nu.
Hij kijk Jezus opnieuw aan en zegt: ‘Heer, U weet alles, echt alles. U weet dus ook dat ik heel veel van U houdt.’
‘Weid dan Mijn schapen,’ zegt Jezus tegen hem ...
… Volg Mij …
Als ik zo even een beetje in Petrus’ schoenen meeloopt, dan voel ik iets van wat hij moet hebben gevoeld.
En tegelijkertijd weet ik ook, dat ik mijzelf ook wel vaker zo heb gevoeld.
Diepe schaamte, diep berouw, om de dingen die ik heb gedaan terwijl ik toch zo van de Heer houdt.
Momenten van niet begrijpen dat ik zo laag kon zinken.
Weg willen kruipen, me onzichtbaar willen maken en tegelijkertijd beseffen dat dat niet kan.
Het is zo makkelijk om sterk en fier te zijn als alles goed gaat en je leeft op de top van de berg.
Maar als er stormen komen, als de moeilijkheden je gaan belagen, of als je moe bent en kwetsbaar, wat dan?
Nee, er ligt niet alleen een vraag of je wel bidt als je met je collega’s aan tafel gaat om te eten, maar ook, wat als je ziek wordt, als je je baan verliest, je man, vrouw, kind?
Wat als je kind of jijzelf verslaafd raakt?
Wat als anderen je verraden?
Wat als het één nog niet voorbij is en het volgende krijg je alweer op je bordje?
Wat als depressie zich van je meester maakt en je de realiteit niet meer kunt zien?
Als het leven een last wordt, de zon verdwijnt achter de wolken en nooit meer te voorschijn lijkt te komen?
Wat als je zo vreselijk moe bent, door wat voor reden dan ook, en daardoor o zo kwetsbaar?
Wat als je geloof op de proef gesteld wordt, keer op keer?
Vele reacties en/of emoties kunnen zich dan afwisselen; goede en slechte.
Geduldig in dit lijden of boos en opstandig?
Hem zoekend of zich van Hem afkerend?
Overwinning of nederlaag?
En als je dan in een nederlaag geëindigd ben, wat dan?
Mislukking, en dan?
Dan mag en kan ik je bemoedigen!
Er is een leven na mislukking(en)!
Kijk maar naar Petrus.
Kijk maar naar wat de Here Jezus zegt en doet!
Er is vergeving, er is een mogelijkheid, steeds weer, om opnieuw te beginnen.
Petrus had diep berouw over wat hij had gedaan en daardoor bleef de weg naar Jezus open.
Zijn hart behoorde oprecht toe aan de Here Jezus.
Jezus was echt alles voor hem.
Jezus wist dat en Jezus vergaf Petrus.
En dat niet alleen, Hij gaf hem zelfs een nieuwe opdracht.
Petrus werd als het ware door de Here Jezus in ere hersteld en dat doet Hij ook met ons als we berouwvol tot Hem terugkeren.
De realiteit van het leven is niet een aanhoudend overwinnend leven na de verlossing van een nederlaag, maar eerder een op en neer gaan, waarin al deze dingen elkaar afwisselen.
Alleen zullen we er na elke mislukking, nederlaag of overwinning weer sterker uitkomen omdat we dingen geleerd hebben.
Dwars door alles heen zullen we steeds meer van God gaan zien, van wie Hij is, van Zijn trouw en liefde en goedheid.
Petrus werd door satan gezift.
Een belangrijk aspect hierin is wel, dat satan hiervoor bij God om toestemming heeft moeten vragen (… heeft u allen opgeëist … staat erin de tekst) en God gaf hem toestemming.
En zo wordt ook ons leven door de satan gezift (ook daar heeft God hem toestemming voor gegeven).
Als we dicht bij God leven, willen leven, verlangen om Zijn wil te doen, dan zal de boze komen om ons leven te schudden in de hoop dat we God vaarwel zeggen.
Hij zal het ons zo moeilijk mogelijk proberen te maken, ons verleiden, in de hoop dat we ons geloof aan de kant zetten.
Hij wil niets liever dan dat wij God de rug toekeren, dat is waar hij op hoopt als hij ons leven schudt.
Maar als kinderen van de Allerhoogste hoeven we niet bang te zijn voor deze dingen, want de Here Jezus bidt voor ons, dat ons geloof zal standhouden.
Zoals de Here Jezus voor Petrus bad, zo bidt Hij ook voor ons!
En zo wil ik je bemoedigen als je leven misschien wel op dit moment flink wordt geschud:
Jezus bid voor jou!
Maar het is ook een bemoediging die je mee mag nemen de toekomst in voor als er moeilijke tijden komen.
Houdt voor ogen dat het satan er alles aan gelegen is om je bij de Heer weg te halen en laat dat juist een aanmoediging zijn om Hem juist te zoeken en Hem te vertrouwen.
De Here Jezus weet hoe moeilijk het kan zijn of worden en daarom bidt Hij voor jou, voor mij, voor ons die Hem toebehoren.
Lieve Heer Jezus, dank U wel dat U voor ons bidt bij de Vader.
Het leven kan soms zo zwaar en moeilijk zijn.
Satan gaat soms zo te keer en probeert op iedere mogelijke manier om ons onderuit te schoppen en ons bij U vandaan te halen.
Laat ons daarop bedacht zijn, Heer Jezus, als er moeilijkheden ons leven binnenkomen, of als problemen zich opstapelen of als het één na het ander op ons bordje komt.
Laten we waakzaam zijn in alles wat er in ons leven gebeurt.
Houdt ons dicht aan Uw hart en doe ons in alles beseffen dat U, Heer Jezus voor ons bidt.
We hebben een voorspraak bij de Vader en laten we daar ook onze kracht uit putten.
Dank U wel, dat er ook iedere keer vergeving is als we onderuit zijn gegaan.
Dank U wel, dat we dan toch steeds weer bij U mogen komen en dat U ons liefdevol vergeeft.
Dank u wel, Heer Jezus, voor alles wat U voor ons hebt gedaan en nog steeds doet.
U bent waardig te ontvangen alle eer en glorie.
Ik prijs Uw grote Naam.
- Amen -
‘Ik bid
dat jullie geloof niet
op zal houden;’
dit zijn de woorden
van Jezus onze Heer.
Hij weet
hoe satan ons
als tarwe zal ziften;
ons leven zal schudden,
keer op keer.
Jezus Zelf
bidt voor ons!
Met die zekerheid,
die bemoediging,
mogen we onze wegen gaan.
Wat er ook gebeurt,
hoe we ook
worden geschud,
in alles zal Hij
biddend naast ons staan.
©Rita Klapwijk
Maar al moet u nog korte tijd lijden,
God, de bron van alle genade,
heeft u geroepen om in Christus Jezus deel te krijgen aan zijn eeuwige luister.
God zal u sterk en krachtig maken,
zodat u staande zult blijven en niet meer zult wankelen.
NBV
De God nu van alle genade,
Die ons geroepen heeft tot Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus,
Hij Zelf moge u –
na een korte tijd van lijden –
toerusten, bevestigen, versterken en funderen.
HSV
1 Petrus 5:10
Geen opmerkingen:
Een reactie posten