zondag 20 januari 2013

Week 4 - In de waarheid wandelen

Beproef mij, HEERE, ja, stel mij op de proef,
toets mijn nieren en mijn hart.
Want Uw goedertierenheid houd ik voor ogen,
ik wandel in Uw waarheid.
HSV

Heer, beproef mij, keur mij,
toets mijn diepste roerselen.
Uw liefde houd ik steeds voor ogen;
overtuigd van Uw trouw
ga ik door het leven.
GNB

Psalm 26:2,3

In eerste instantie gaan mijn gedachten automatisch naar Psalm 139, daar de woorden van deze twee verzen zo ontzettend veel overeenkomsten tonen met bepaalde verzen uit die Psalm.
Maar de insteek van deze Psalm, Psalm 26, is heel anders.
Duidt Psalm 139 meer op Gods alwetendheid, in Psalm 26 onderwerpt David zich aan Gods onderzoek, overtuigt als hij is van zijn oprechte levenswandel.
En met deze laatste woorden komen we ook terecht bij waar het deze keer om gaat, namelijk ‘In Zijn waarheid wandelen’.

David was er van overtuigt dat hij in Gods waarheid wandelde.
Hij durft zijn gehele leven open te stellen voor God om hem te onderzoeken of er ook maar iets te vinden is waar het niet goed zou zijn.
In alle oprechtheid spreekt David deze woorden uit, overtuigt als hij is dat zijn levenswijze in overeenstemming is met Gods waarheid.

De ‘Matthew Henry’ geeft aan, dat David deze Psalm waarschijnlijk schreef toen hij door Saul werd vervolgd, en dat Saul hem als een zeer slecht man voorstelde en hem van vele misdaden beschuldigde.
En van daaruit gaat David naar God toe (vers 1) en vraagt Hem om hem recht te doen, omdat hij gelooft dat hij in oprechtheid leefde, in vol vertrouwen op God.

Het Leven geeft daar een mooie aanvulling bij, die aansluit bij wat de ‘Matthew Henry’ zegt, maar daarvoor moet ik voor alle duidelijkheid even terug naar vers 1 vanuit Het Boek.
‘Laat het recht over mij zegevieren, HERE, want ik ben onschuldig. Ik vertrouwde op de HERE zonder uit mijn evenwicht te raken.’
Het Leven schrijft als extra informatie bij de verzen 1-3 het volgende:
- Door te zeggen dat hij onschuldig is, beweerde David niet dat hij zonder zonde was, dat kan geen mens zeggen. Maar hij bleef voortdurend met God omgaan, waarbij hij als hij zondigde schoon schip maakte door vergeving te vragen. En hij smeekte God zijn naam te zuiveren van de valse beschuldigingen door zijn vijanden. Ook wij kunnen God vragen ons op de proef te stellen, erop vertrouwend dat Hij onze zonden vergeeft overeenkomstig Zijn genade. -

Waarom ik dit zo belangrijk vind om hier zo uitvoerig op in te gaan?
Wel, als je de bovenstaande Bijbelteksten zo even leest, dan kan het overkomen alsof David doet alsof hij nooit zondigt.
‘Uw goedertierenheid houd ik voor ogen; in Uw waarheid wandel ik’.
Maar als we alles bij elkaar leggen en het goed bekijken, dan zien we hoe David dit bedoelt en waarom hij ook kan zeggen dat hij Gods liefde voor ogen houdt en in Zijn waarheid wandelt.

David was een man wiens woorden en levenswijze met elkaar in overeenstemming waren, en waar hij zondigde, openstond voor Gods correctie en straf, voor belijden en vergeving ontvangen.

En dan komt het naar ons persoonlijk toe.
‘In de waarheid wandelen.’
Wandel ik in de waarheid?
Maar wat is dan de waarheid?

Deuteronomium 32:4 zegt: Hij is de rots, Wiens werk volmaakt is, want al Zijn wegen zijn een en al recht. God is waarheid en geen onrecht; rechtvaardig en waarachtig is Hij.
God is waarheid, dus om te weten wat Zijn waarheid is, zullen we Hem moeten kennen.
Dan zullen we ontdekken wat Zijn waarheid is en of wij in die waarheid wandelen.

Wandelen in Gods waarheid betekent leven naar Zijn regels, Zijn geboden, naar wat Hij ons zegt in Zijn woord.
Wandelen betekent ook rustig lopen en niet rennen.
Bij wandelen hoort genieten van wat je ziet en hoort, het in je opnemen en bewaren.
Met rennen loop je de kans aan dingen voor bij te gaan omdat je ze niet kunt zien door de snelheid waarmee je loopt.
Wandelen in Gods waarheid, is dan ook rustig onderzoeken, eigen maken, onthouden, bewaren en er vanuit leven.

David leefde dicht bij God.
Hij had God, Zijn goedertierenheid, Zijn liefde, Zijn genade, steeds voor ogen.
Hij wist wat God vreugde schonk en wat Hem verdriet deed.
Hij hield het voor ogen en leefde vanuit dat oogpunt.
Het was vanuit dat oogpunt dat hij wist dat hij oprecht leefde en hij durfde ook zijn hele ziel en zaligheid bloot te leggen voor God om het door Hem te laten onderzoeken, om Hem te laten kijken of hij nog wel wandelde in Gods waarheid.

Geldt dat ook voor ons?
Zijn wij er ook zo van overtuigt dat wij wandelen in Zijn waarheid dat wij ons hart durven bloot te leggen voor God?

Nu gaan mijn gedachten dan toch ook weer terug naar Psalm 139, naar de laatste twee verzen. (23,24)

‘Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart,
beproef mij en ken mijn gedachten.
Zie of er bij mij een schadelijke weg is
en leid mij op de eeuwige weg.’

Gezien de tijd waarin wij leven, is het niet altijd even makkelijk om in Gods waarheid te wandelen.
Als zelfs dominees /voorgangers Gods woord niet meer als 100% waarheid beschouwen, de Here Jezus afschilderen als een goed mens en niet meer als de Zoon van God, om nog maar niet te spreken over Zijn verlossingswerk.
Als er steeds meer compromissen worden gesloten betreffende Zijn woord, dingen onder de noemer ‘God is liefde’ worden weggeveegd uit de Bijbel.
Als de waarheid steeds moeilijker te horen is, en we daarom steeds waakzamer moeten zijn …
Hoe belangrijk kan het dan zijn om regelmatig naar Hem toe te gaan en Hem te vragen:
‘HEERE, doorgrond mij en ken mijn hart, beproef mij en ken mijn gedachten. Zie of er bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg. In Jezus’ Naam.- Amen –‘




Lieve Vader in de hemel.
Wat is het soms moeilijk om Uw stem te horen te midden van het kabaal van deze wereld, van deze tijd.
Te midden van alle leugens en bedrog.
Te midden van alle onwaarheden die worden verkondigd, zelfs door mensen die als Uw dienstknechten staan opgesteld.
Ik bid U, Vader, doe ons dicht bij U leven, opdat we Uw waarheid zullen onderkennen, zullen zien, zullen horen, te midden van alle leugens en bedrog.
Help ons om waakzaam te zijn en om ons hart regelmatig open te stellen voor U, zodat U ons hart kunt onderzoeken en beproeven en ons terug kan brengen op de eeuwige weg naar U.
Ik verlang ernaar, Vader, om te leven zoals David en om net als hem te kunnen (blijven) zeggen; beproef mij maar, onderzoek mij maar, maar ik weet dat ik in Uw waarheid wandel.
U houd ik voor ogen, Uw goedertierenheid, Uw liefde, Uw genade, Uw trouw.
En waar ik misstap, Vader, belijd ik U mijn zonden, opdat ik vergeving ontvang en in Uw waarheid kan blijven wandelen.
In Jezus’ Naam bid ik U dit.

- Amen –




Heer, ik kom tot U
en bid U,
onderzoek mijn leven,
mijn gaan en staan,
en laat mij zien
of ik mij nog wel
op de juiste weg bevind.

Heer, ik kom tot U
en bid U,
peil mijn gedachten,
mijn diepste roerselen,
en laat mij zien
of U daar nog wel
vreugde in vindt.

Heer, ik kom tot U
en bid U.
Want in Uw waarheid
wil ik wandelen,
Uw liefde voor ogen houden
op alle wegen die ik ga.
Laat mij zien, o HEERE,
of ik mij nog wel
op de eeuwige weg bevind.

©Rita Klapwijk

1 opmerking: