zondag 19 augustus 2012

Week 34 - Verdriet over zonde

Nu verblijd ik mij, niet omdat u bedroefd bent geweest, maar omdat u bedroefd bent geweest tot bekering. Want u bent bedroefd geweest overeenkomstig de wil van God, zodat u in geen enkel opzicht door ons schade hebt geleden.
Want de droefheid die overeenkomstig de wil van God is, brengt een onberouwelijke bekering tot zaligheid teweeg, maar de droefheid van de wereld brengt de dood teweeg.
HSV

Maar nu ben ik blij, niet om uw droefheid maar omdat uw droefheid geleid heeft tot een verandering in uw gedrag.
Want u was bedroefd zoals God dat bedoelde, en daarom hebt u geen schade ondervonden van wat wij u aandeden.
GNB

2 Korinthe 7:9,10

Verdriet over zonde …
Berouw…
Inkeer …

Toen zei David tegen Nathan: Ik heb gezondigd tegen de HEERE.
En Nathan zei tegen David: De HEERE heeft ook uw zonde weggenomen; u zult niet sterven.
2 Samuël 12:13

Onmiddellijk kraaide er een haan.
Toen herinnerde Petrus zich dat Jezus gezegd had: ‘Nog vóór de haan kraait, zul je driemaal beweren dat je Mij niet kent.’
En hij ging naar buiten en huilde bittere tranen.
Mattheüs 26:75

Maar de tollenaar bleef achteraf staan en durfde zelfs zijn ogen niet naar de hemel op te slaan.
Hij zei, terwijl hij zich op de borst sloeg: O God, ik ben een zondaar.
Wees mij genadig!
Lucas 18:30

Het verwijzingspijltje bij 2 Korinthe 7:10 (HSV & SV) geeft de bovenstaande voorbeelden van mensen uit de Bijbel die berouw hebben over hun zonde.
En eerlijk gezegd was ik daar best blij mee.
Ik had al na lopen denken over dit onderwerp en daarmee natuurlijk ook over mijn eigen berouw over zonde, en mijn gedachten knaagden soms een beetje.
Ik voel er niet altijd echt iets erbij, het gaat niet altijd gepaard met vele of bittere tranen.
Zou het dan toch niet oprecht zijn?
Berouw hebben over, daar horen toch emoties bij, of toch niet?
Of de ene keer wel en de andere keer niet?
Of is iets anders belangrijker dan emoties?Hoewel ik het antwoord diep in mijn hart best wel weet, knagen dit soort gedachten soms toch; al denk ik na het schrijven van dit stukje niet meer.

In de bovenstaande voorbeelden reageren alle drie de mannen anders.
David zegt dat hij gezondigd heeft, terwijl Petrus wegloopt en bittere tranen huilt.
En de tollenaar slaat zichzelf op de borst terwijl hij vol wroeging God erkent dat hij een zondaar is; hij durft niet eens naar voren te gaan in de tempel, noch zijn ogen op te slaan naar de hemel.

Hoewel het laatste voorbeeld een voorbeeld is uit een gelijkenis van de Here Jezus, toch vertellen alle drie de voorbeelden over echt berouw over hun zonde.
Hun reactie is verschillend in uiting, maar hun berouw diep en echt.

Over de tollenaar zegt de Here Jezus:
‘Ik zeg u: Deze man ging gerechtvaardigd terug naar zijn huis, in tegenstelling tot die andere.’
Uit het laatste voorbeeld, dat van de tollenaar en de Farizeeër, blijkt ook dat hoogmoed en nederigheid twee woorden zijn die nauw samenhangen met berouw hebben over zonde.
Kijk maar eens naar de Farizeeër, zijn hoogmoed maak hem blind voor zijn zonde, terwijl de tollenaar zich het liefst zo klein mogelijk maakt in besef eigenlijk onwaardig te zijn.
Je zonden niet willen/kunnen belijden betekent dan automatisch dat je hoogmoedig bent.
En God heeft juist de nederigen van hart zo lief!
Voor hen is er genade! (Jacobus 6:4,10; 1 Petrus 5:5)

De echtheid van berouw blijkt echter niet uit of je wel of niet huilt, ook niet uit de hoeveelheid tranen die je vergiet, maar uit het feit of er een verandering komt in je levenswijze/levenswandel.
Je kunt onmogelijk echt berouw over je zonde hebben en moedwillig dezelfde zonde blijven begaan.
Let op het woordje ‘moedwillig’, dat betekent met opzet, bewust.
Echt berouw over je zonde betekent een verandering in je gedrag, een bekering, een afkeren van.

Daarom schrijft Paulus hierboven dat hij blij is; niet omdat de Korinthiërs verdrietig waren geworden van zijn brief, maar omdat hun verdriet over hetgeen hij hen geschreven had, geleid heeft tot veranderingen.
‘Droefheid overeenkomstig Gods wil’ noemt hij dat.
Met andere woorden, zij werden bedroefd omdat zij inzagen dat wat zij deden niet in overeenstemming was met Gods wil en zij beleden hun zonden en bekeerden zich van hun wegen.
Hierover verheugde Paulus, hierover was hij blij, want dit verdriet wat zij even hadden gehad zou hen geen schade brengen.

Soms, als God, of God door een ander heen, ons laat zien dat er dingen niet goed zijn in ons leven, niet in overeenstemming met Zijn wil, dan kunnen we misschien eerst wel boos worden, of heel verdrietig, of beiden, maar als het uiteindelijk een verandering te weeg brengt in ons leven, dan is ons verdriet (en soms onze strijd) ten goede geweest.
En het zal ons ook nooit beschadigen.

Een belangrijk aspect in het aangeven of iemand een verkeerde weg bewandeld, zonde doet, is liefde.
Paulus hakt niet met een botte bijl in de gemeente te Korinthe.
Het is bijzonder en een les voor ons allemaal om te lezen hoe hij zijn brief aan de gemeente begint.
Hij begint zijn brief met een zegen uit te spreken over deze gemeente en vervolgt met God te danken voor wie zij zijn, daarna pas komen zijn waarschuwingen en terechtwijzingen.

Welk een les ligt hierin voor ons!
Hoeveel mensen zijn en worden er (blijvend) beschadigd door de manier waarop zij terechtgewezen zijn/worden of een waarschuwing ontvangen/ontvingen.
Hoeveel mensen zijn er niet die het geloof aan de kant hebben gezet vanwege wat mensen zeiden of deden.
Diep gekwetst, beschadigd.
Ik moet nu ook even denken aan de splinter en de balk …
Goed om in gedachten te houden voordat we ooit anderen terechtwijzen.
(Mattheüs 7:1-5)

Verdriet over zonde …
Berouw …
Inkeer …
Afkeren van …




Lieve Vader in de hemel.
Dank U wel dat er bij U vergeving is.
Dank U wel voor het offer dat Uw Zoon voor ons heeft gebracht.
Dank U wel, Heer Jezus, dat U al onze zonden op U hebt genomen, waardoor wij vergeving kunnen ontvangen.
Dank U wel, dat er daardoor steeds een nieuw begin mogelijk is.
Dank U voor Uw woord, voor de voorbeelden die daarin staan waar wij weer van kunnen leren, maar die tevens ook een enorme bemoediging voor ons zijn.
Dank U wel, Vader, dank U wel.
Maar ik bid U ook om een nederig hart, een hart dat bereid is om correctie te ontvangen.
Een hart dat bereid is om af te keren van wat niet goed is in Uw ogen.
Een hart dat bereid is om zich te laten kneden en vormen naar Uw wil.
Een hart dat oprecht berouw heeft over haar zonden.
Maak mij, maak ons, bewust, Vader, over onze zonden, of we ook echt de bereidheid hebben om ons daarvan af te keren; over de oprechtheid van ons berouw.
Help ons daarbij, Vader, want het is niet altijd even makkelijk, soms zelfs erg moeilijk.
Dank U wel, dat U ons ook daarin tegemoet wilt komen en ons helpt als we erom vragen.
Ik prijs Uw Naam en verlang er meer en meer naar om op U te lijken en Uw wil te doen.
Ik houd van U, Vader.
Kneed en vorm mij maar.
Toon mij maar de gebieden in mijn leven die nog niet in overeenstemming zijn met Uw wil en laat mij zien wat het met U doet, opdat het verdriet over mijn zonden een verandering in mijn gedrag, in mijn levenswandel te weeg breng.
In Jezus ‘Naam

- Amen –




Verdriet hebben over mijn zonden;
berouw dat inkeer tot gevolg heeft
en mij doet afkeren van wat Hem
zoveel pijn en verdriet geeft.

Oprecht berouw en verdriet,
over mijn zonden en ongerechtigheden,
kan en mag mij niet onveranderd laten.
Immers, het offer dat Hij bracht
en de genade die ik ontvang,
moet mij alles wat niet is naar Zijn wil, doen haten.

©Rita Klapwijk

Geen opmerkingen:

Een reactie posten