zondag 27 mei 2012

Week 22 - Geloof

‘Als U kunt?’ zei Jezus.
Alles ‘kan voor wie gelooft.’
Onmiddellijk riep de vader van de jongen uit: ‘ik geloof, maar help mij als mijn geloof tekort schiet.’
GNB

En Jezus zei tegen hem: ‘Als u kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft.’
En meteen riep de vader van het kind onder tranen: ‘Ik geloof, Heere! Kom mijn ongeloof te hulp.’
HSV

Marcus 9:23,24

Als ik de Matthew Henry hierover na lees, dan brengt hij me bij twee verschillende dingen.
De vader uit de bovenstaande tekst zegt tegen Jezus ‘als U kunt’, maar Matthew Henry brengt mij ook bij Mattheüs 8:2 waar een melaatse man bij Jezus komt en zegt ‘als U wilt’.
Beide mannen hadden een mate van geloof en ongeloof.
De één geloofde in Zijn macht, maar twijfelde aan Zijn wil; de ander geloofde in Zijn wil, maar twijfelde aan Zijn macht.

De vader van de bovenstaande tekst vraagt zich af of Jezus het wel zou kunnen.
Jezus reageert hierop met: ‘Als U kunt? Alles is mogelijk voor wie gelooft!’
Alles is mogelijk voor wie gelooft.
Jezus stelt hiermee eigenlijk het geloof van de man op de proef.
Als jij geloof, kan het.

Matthew Henry spreekt over deze woorden als zijnde een bemoediging van Jezus naar deze man en zo heb ik het nog niet eerder bekeken.
Zelf ervaarde ik het altijd als een bepaalde druk die mijn ongeloof benadrukte.
Maar door alles wat er de afgelopen jaren is gebeurd, is mijn geloof gegroeid en ik merk ook dat het mijn manier van omgaan met dingen heeft veranderd.
Liet ik vroeger mijn hoofd hangen bij dit soort woorden, nu spoort het mij aan om te geloven, om me uit te strekken en te bidden naar meer geloof, naar een groter geloof.
Ik besef nu ook, hoe fijn de boze het gevonden moet hebben dat het mij te neerdrukte en ik hierdoor bleef hangen in mijn gedachten dat mijn geloof toch te klein was.
Dat het mij neerslachtig maakte en ik me (nog) minderwaardiger ging voelen dan ik me al voelde.
Ik besef nu hoe hij mij had waar hij mij zo graag wilde hebben.
Ik besef opnieuw hoe hij ons (- want ik zal vast ook niet de enige zijn) probeert te verblinden voor de waarheid van Gods woord.
Hoe belangrijk is het dus om Gods woord niet alleen te lezen (oppervlakkig), maar het ook te onderzoeken en er dieper over na te denken.
Wat kunnen dingen soms anders binnenkomen dan dat God ze heeft bedoeld.

Alles is mogelijk voor wie gelooft!
Geloof ik dat God kan doen wat Hij zegt?
Geloof ik dat God is wie Hij zegt dat Hij is?
Kan ik geloven?
Durf ik geloven?

Ik vind dit ook best wel een heel moeilijk onderwerp, want ik geloof met heel mijn hart, dat God is wie Hij zegt dat Hij is.
Ik geloof met heel mijn hart, dat Hij kan doen wat Hij zegt dat Hij kan doen.
Ik geloof dat Hij Zijn beloften nakomt.
Maar toch, niet iedereen ontvangt genezing van ziekte, niet ieder huwelijk wordt gered, niet ieder onheil afgewend (etc.) ondanks de vele gebeden die zijn/worden opgezonden.
Is mijn/ons geloof dan te klein?
Is ons geloof dan niet goed?
Zelfs met bidden en vasten, zoals ook in het stukje staat waaruit deze tekst komt, gaan er nog steeds dingen anders terwijl we zo gebeden en gevast hadden.
En dan kom ik bij ‘als U het wilt’.

Mijn gedachten gaan naar de Here Jezus in de Hof van Gethsemané.
Oh, hoe heeft de Here daar gebeden dat het lijden Hem bespaard zou kunnen blijven, tot bloed zweten toe.
Maar Hoe intens Hij ook bad, in alles bleef Hij zeggen: ‘Niet Mijn wil, maar U wil geschiede.’
Jezus onderwierp boven alles Zijn wil aan die van Zijn Vader.
Boven alles wilde Hij dat de wil van God zou geschieden en niet wat Hij zo graag zou willen.

Vandaag de dag zijn er ook stromingen die je doen willen geloven dat je niet ziek hoef te worden/ te zijn als je maar geloof.
God wil geen ziekte en Hij wil iedereen genezen.
Ook hoef je geen armoede, geen moeiten en zorgen te hebben, want God heeft immers gedachten van vrede over je en niet van onheil.
Voorspoed is het kenmerk van de oprechte christen.

Maar de Bijbel zelf leert ons dat de Here Jezus gehoorzaamheid leerde door het lijden heen, dus wie zijn wij dan dat wij dat dat niet voor ons zou gelden? ((Hebreeën 5:8)
In Gethsemané leerde Jezus om Zich  in alles – ten koste van Zijn leven – te onderwerpen aan de wil van Zijn Vader.
Jezus Zelf leerde gehoorzaamheid door het lijden heen.
En zei de Here Jezus ook niet dat wij in de wereld verdrukking zouden lijden?
Gaf Hij ons daarbij ook niet de bemoediging om vol te houden omdat Hij de wereld had overwonnen? (Johannes 16:33)
Waarom zou Jezus voor ons bidden en pleiten bij de Vader dat ons geloof niet zou ophouden, als we toch alleen maar voorspoed zouden hebben?

Ik geloof met heel mijn hart, dat God kan genezen, dat Hij ieder huwelijk kan redden, dat Hij elk gevaar af kan wenden, dat hij …
Ik geloof, maar ik onderwerp mij ook aan Zijn wil.
(Al is dat soms best wel heel erg moeilijk en gaat daar heel wat strijd aan vooraf)
Ik erken dat Zijn gedachten hoger zijn dan mijn gedachten, Zijn wegen hoger dan mijn wegen.
Genezing in Gods ogen kan wel eens iets heel anders zijn dan genezing in mijn ogen.
En uit lijden en beproevingen komen heel andere dingen voort dan uit voorspoed.

Ik geloof dat God alles kan, ik weet alleen niet of Hij daarmee ook alles wil wat Hij kan.
Terwijl ik dit opschrijf moet ik denken aan wat ik Aad van de Sande ooit eens heb horen zeggen.
‘God kan alles wat Hij wil, maar God wil niet alles wat Hij kan.’
En de vraag is dan, ben ik ook bereid om mij te schikken naar Zijn wil.’
Is mijn geloof nu zo groot en goed?
Nee, helaas niet.
Er is een groot verschil tussen dingen weten en geloven, en tussen weten, geloven en het je toe-eigenen, er in gaan staan, onderwerpen aan.

Wij hebben als gezin heel wat doorgemaakt en het één volgde het andere op.
Hadden we net het ene gehad, dan kwamen de volgende moeilijkheden alweer op ons pad.
Zo erg dat sommige mensen wel eens tegen ons zeiden, van; je moet toch maar eens nakijken wat er fout is in je leven, want zoveel ellende …
Het maakte het ons nog moeilijker dan we al hadden en ons geloof kwam daarmee behoorlijk onder druk te staan.
Wat hebben we ook aan onszelf getwijfeld hierdoor en gebeden, maar we kwamen maar uit bij één ding, God wil(de) ons leren door het lijden heen.
Maar in die perioden vond ik het soms wel heel erg moeilijk om te geloven in Zijn beloften voor mij, want ik zag soms nergens dat Hij bij me was.
Ik vond het moeilijk dat God alles kon, maar dat er (ogenschijnlijk) niets veranderde.
Ik kon soms maar slecht geloven dat Hij het beste met ons voor had.
Geloof, vertrouwen, wat is dat vaak moeilijk als alles tegen zit, als moeilijkheden, zorgen elkaar opvolgen.
Ik heb heel wat keren – en soms nog in bepaalde situaties – uitgeroepen, net als de vader uit de bovenstaande tekst: ‘Heer, ik geloof, maar kom mijn ongeloof te hulp!’
Ik geloof, maar soms is mijn geloof niet genoeg en heb ik Zijn genade nodig om te vertrouwen op Zijn hulp en redding.

Wat ben ik blij dat deze woorden staan opgetekend in de Bijbel.
Het geeft aan dat het mag en dat God het weet.
Hij kent ons.
De kracht van Zijn genade wordt zichtbaar in onze zwakheid.

Wat er ook in je leven gebeurt, in welke situatie je nu ook bevind, hoe moeilijk je omstandigheden nu ook zijn, als ons geloof te klein is mogen we, net als de vader van de zieke jongen, tegen Jezus zeggen: ‘Heer ik geloof, maar kom mijn ongeloof te hulp.
Kom met Uw genade en schenk mij geloof.’




Lieve Vader in de hemel, soms schiet ons geloof te kort.
We willen zo graag geloven, en toch…
Vader, wat ben ik dan opnieuw blij en dankbaar voor Uw woord, waarin ook deze dingen terug te vinden zijn.
‘Ik geloof, maar kom mijn ongeloof te hulp.’
Ik ben zo blij en dankbaar, Heer, met deze woorden en ook om te zien dat U het niet erg vind dat ze uitgesproken worden.
U kent ons, U weet hoe en wie wij zijn en U houdt van ons.
U komt met Uw genade ons te hulp.
In onze zwakheid, wordt Uw kracht openbaar.
Dank U wel daarvoor.
Heer, we kunnen ons zo laten verblinden door onze omstandigheden, dat we nauwelijks meer geloven dat U er bent, voor ons zorgt, naar ons om ziet, het beste met ons voorheeft.
Ons zicht op U kan soms zo verblind worden dat we niet meer zien dat U nog steeds dezelfde bent en dat U Uw beloften altijd nakomt.
En dat wij in Uw kracht alles aankunnen.
Soms kunnen we niet verder meer, Heer, en zouden we het voor gezien willen houden.
Maar ik bid U zo, Vader, dat een ieder die zo te neergeslagen is, het zoals de vader uit de tekst, uit zal roepen: ‘Ik geloof, maar kom mijn ongeloof te hulp’, zodat Uw genade over hen komt en Uw kracht in hen openbaar wordt.
Dank U, Vader, voor Uw liefde en Uw geduld met ons mensenkinderen.
Dank U wel, voor Uw trouw en goedheid.
Dank U wel, voor wie U bent.
Ik prijs Uw heilige Naam.

- Amen –




Ik geloof, Heer,
maar soms
overschaduwen de zorgen
Uw woorden van bemoediging.

Ik geloof, Heer,
maar soms
worden Uw beloften van hoop
ondergedekt
door mijn problemen.

Ik geloof, Heer,
maar soms
word ik verblind
door de hoeveelheid moeilijkheden
waardoor ik Uw kracht en macht
niet meer zie.

Ik geloof, Heer,
maar soms
schiet mijn  geloof
eenvoudigweg te kort
en kan ik het alleen maar uitroepen:
‘Heer, ik geloof,
maar kom mijn ongeloof te hulp.’

Ik geloof,
maar dank U, Heer Jezus,
voor Uw liefde en geduld met mij.
Dank U,
voor de genade die U geeft,
telkens weer,
waardoor Uw kracht
zich ten volle openbaart
in mijn zwakheid.

- Amen -

©Rita Klapwijk

Geen opmerkingen:

Een reactie posten